Alarmsignalen (vervolg)
WOENSDAG 01/07/15
12:00
20.0°C
AL.VENTIL
NORMAAL
WOENSDAG 01/07/15
12:00
20.0°C
AL.FLUX
NORMAAL
WOENSDAG 01/07/15
12:00
20.0°C
AL.ROOKTMP
NORMAAL
WOENSDAG 01/07/15
12:00
20.0°C
AL.T PCB
NORMAAL
WOENSDAG 01/07/15
12:00
20.0°C
A.VLUCHT
NORMAAL
Stûv P-10 - gebruiksaanwijzing [nl] - 05/19
34
SN 186200 - ...
Alarm 'ventilatie'
Dit alarm wijst op een storing van de rookventilatie of de snelheidssensor ervan.
Als dit alarm wordt weergegeven:
> Wacht 5 minuten, neem dan kennis van het alarm en bevestig het door lang
te drukken op
> Laat het apparaat uitdoven
> Neem contact op met de installateur.
Alarm 'flux hardware'
Dit alarm wijst op een storing van de fluxsensor.
Als dit alarm wordt weergegeven:
> Wacht 5 minuten, neem dan kennis van het alarm en bevestig het door lang
te drukken op
> Laat het apparaat uitdoven
> Neem contact op met de installateur.
Alarm 'rooktemperatuur'
Dit alarm wijst op een te hoge rooktemperatuur.
Als dit alarm wordt weergegeven:
> Wacht 5 minuten, neem dan kennis van het alarm en bevestig het door lang
te drukken op
> Laat het apparaat uitdoven
> Eens het apparaat is gedoofd en afgekoeld, voert u de ontassing uit en maakt
u de aslade leeg.
> Controleer de kwaliteit van de gebruikte korrels. Een te korte pellet leidt tot
een te hoge rooktemperatuur. In geval van twijfel verandert u van korrels.
> Start het apparaat opnieuw op. Doet het alarm zich opnieuw voor, neem dan
contact op met de installateur.
Alarm 'temperatuur elektronische kaart'
Dit alarm verschijnt wanneer de elektronische kaart 70°C overschrijdt.
Als dit alarm wordt weergegeven:
> Wacht 5 minuten, neem dan kennis van het alarm en bevestig het door lang
te drukken op
> Laat het apparaat uitdoven
> Neem contact op met de installateur.
Alarm 'vlucht'
Dit alarm verschijnt wanneer de stroomsensor een te zwak debiet registreert.
Als dit alarm wordt weergegeven:
> Wacht 5 minuten, neem dan kennis van het alarm en bevestig het door lang
te drukken op
> Laat het apparaat uitdoven
> Eens het apparaat is gedoofd en afgekoeld, voert u de ontassing uit en maakt
u de aslade leeg.
> Ga na of de poort van de glazen kap goed gesloten en vergrendeld is.
Controleer of de laadklep van het reservoir goed gesloten is en of er geen
korrel vastzit in de afdichtingsvoeg ervan. Ga na of de aslade diep genoeg
in de opening zet en correct afgesloten en vergrendeld is. Ga na of de
schoorsteen en/of de afvoerleiding niet verstopt zit.
> Start het apparaat opnieuw op. Doet het alarm zich opnieuw voor, neem dan
contact op met de installateur.