Storingen verhelpen
9
Commentaar Oorzaak
Boiler wordt
Warmwatertempera-
1)
niet warm.
tuur
op de warmte-
bron te laag ingesteld.
Warmwatertemperatu
1)
ur
op de warmtepro-
ducent niet te laag in-
gesteld.
Wanneer het warmwa-
tersysteem met een
module wordt aange-
stuurd:
aanvoertemperatuur
op de warmteprodu-
cent te laag ingesteld.
Warmwaterprogram-
ma verkeerd inge-
steld.
De configuratie van de
warmwaterbereiding
past niet bij de cv-in-
stallatie.
Het warm wa-
Thermostatische
ter aan de
warmwatermeng-
tappunten
kraan lager ingesteld
bereikt de
dan de gewenste
gewenste
warmwatertempera-
temperatuur
tuur.
niet.
In het info-
Solarinstallatie ver-
menu wordt
keerd ingesteld.
onder solar-
installatie al-
tijd 0
weergege-
ven, on-
danks het feit
dat de solar-
installatie in
bedrijf is.
Tabel 39 "Gevoelde" storingen verhelpen
1) Meer informatie in de handleiding van de warmtebron.
46
Oplossing
Stel de watertempe-
1)
ratuur
hoger in.
Schakel een installa-
teur in om de instel-
lingen op de
bedieningseenheid te
laten controleren.
Aanvoertemperatuur
1)
hoger instellen.
1)
Warmwaterprogram-
ma instellen.
Schakel een installa-
teur in om de instel-
lingen op de
bedieningseenheid te
laten controleren.
Schakel in geval van
twijfel een installa-
teur in om de instel-
ling op de
thermostatische
warmwatermeng-
kraan te controleren.
Schakel een installa-
teur in om de instel-
lingen op de
bedieningseenheid te
laten controleren.
9.2
Oplossen getoonde storingen
OPMERKING: Schade aan de installatie door
vorst! De installatie kan ingeval van vorst be-
vriezen wanneer deze niet in bedrijf is, bijvoor-
beeld door een uitschakeling na storing.
▶ Controleer, of de storing met behulp van
tab. 40 kan worden opgelost.
▶ Neem direct contact op met uw installa-
teur, wanneer dit niet mogelijk is.
Een storing in uw installatie wordt op het display van de bedie-
ningseenheid getoond.
Afb. 6
Storingsmelding
Bij meerdere opgetreden storingen wordt de storing met de
hoogste prioriteit weergegeven. De storingscode en de subco-
de worden getoond. Deze codes geven de installateur informa-
tie over de oorzaak. Door bevestigen (indrukken keuzeknop)
van een storing wordt naar de standaardweergave overgegaan.
In de inforegel wordt bovendien een verwijzing naar de storing
gemeld. Wanneer de storing nog actief is, wordt deze door in-
drukken van de terugtoets weer getoond.
De oorzaak kan een storing van de bedieningseenheid, een
component, een bouwgroep of de warmtebron zijn.
De installatie blijft voor zover mogelijk in bedrijf, dat wil zeggen
dat er nog verder kan worden verwarmd.
Logamatic RC300 – 6 720 816 245 (2015/06)
6 720 807 326-55.2O