3.1 Inbouwpositie
➔ Inbouwpositie verticaal, horizontaal of deels on-
dersteboven, bij voorkeur met verticaal staand
membraan. Bij verticale inbouw komt het scha-
kelpunt p
overeen met de op de schaal op het
S
handwiel aangegeven waarde SK. Bij een andere
inbouwpositie verandert het schakelpunt p
komt niet meer overeen met de ingestelde, op de
schaal aangegeven waarde SK. Het schakelpunt p
moet gecontroleerd worden.
SK + 0,18 mbar
p
= SK
s
[+ 0,071 "WC]
DL 1,5A
z. B. SK = -0,5:
p
p
DL 3K, DL 3A
DL 5 – 150A, DL 5 – 150K
3.2 dL inbouwen
De volgende schroefgegevens gelden bij gebruik
van een montageplaat (dikte 1 mm) en zelftappende
schroeven voor kunststof:
Bo-
rings-Ø/-diepte
DL..A..
Ø 2,7 x 8 mm
DL..A..
Ø 3,5 x 8 mm
DL 3K
Ø 2,7 x 8 mm
DL 3K
Ø 3,5 x 8 mm
DL 5–150K
Ø 3 x 16 mm
DL..A: Rp ¼
(DL..AT: ¼" NPT)
ø 2,7 x 8
(0.11" x 0.3")
ø 3,5 x 8
(0.14" x 0.3")
DL 1,5A, DL 3A, DL 3K
SK - 0,18 mbar
[- 0,071 "WC]
= -0,5 + 0,18
s
= -0,32 mbar
s
schroef-Ø/-
lengte
Ø 3,5 x 8 mm
Ø 4 x 8 mm
Ø 3 x 8 mm
Ø 4 x 8 mm
Ø 3,5 x 16 mm
49,5 (1.9")
44,5 (1.7")
ø 2,7 x 8
(ø 0.11" x 0.3")
DL..A: Rp ¼
(DL..AT: ¼" NPT)
DL 5–150A
en
ø 3 x 16
S
(ø 0.11" x 0.6)
S
DL 5–150K
3.3 druk aansluiten
➔ DL..A: aansluiting 2 is bij aanlevering met een rub-
berdop afgesloten.
dL 1,5a, dL 3a
➔ Overdruk: aansluiting 1 of 2
➔ Onderdruk: aansluiting 3
➔ Speciale variant DL 3A–3Z: aansluiting 4
dL 5–150a
➔ Overdruk: aansluiting 1 of 2
➔ Onderdruk: aansluiting 3, na het eruit schroeven
van aansluiting 3 ook aansluiting 4
dL 3K
➔ Overdruk: aansluiting 2
➔ Onderdruk: aansluiting 3
NL-3
49,5 (1.9")
64 (2.5")
54,5 (2.1")
6 (0.2")
1 = Rp
/
(+), (
1
4
2 3
1
2 = ø 4,75 x 1 mm (+)
3 = ø 4,75 x 1 mm (-)
(4)
(4 = Rp
/
(-),
1
8
1 = Rp
1
/
(+), (
4
1 2
2 = ø 4,75 x 1 mm (+)
3(4)
3 = ø 4,75 x 1 mm (-)
(4 = Rp
1
/
(-),
8
2 3
2 = ø 4,75 x 1 mm (+)
3 = ø 4,75 x 1 mm (-)
ø 3,5 x 8
(ø 0.14" x 0.3")
/
" NPT (+))
1
4
/
" NPT (-))
1
8
1
/
" NPT (+))
4
1
/
" NPT (-))
8