Inhoudsopgave
Advertenties
4 BedRaden
De drukschakelaar DL..H, DL..N kan worden gebruikt
in de zones 1 (21) en 2 (22) op plaatsen met explosie-
gevaar, wanneer in het veilige gedeelte een scheidings-
versterker als Ex-i-materieel conform EN 60079-11
(VDE 0170-7):2012 is voorgeschakeld.
DL..H, DL..N als "eenvoudig elektrisch materieel" con-
form EN 60079-11:2012 voldoet aan temperatuur-
klasse T6, groep II. De interne inductiviteit/capaciteit
bedraagt Li = 0,2 μH/Ci = 8 pF.
➔ Als de drukschakelaar ooit een spanning van > 24 V
(> 30 V) en een stroom van > 0,1 A bij cos φ = 1
of > 0,05 A bij cos φ = 0,6 geschakeld heeft, is de
gouden laag op de contacten weggebrand. Daarna
kan het apparaat alleen nog maar voor dat vermo-
gen of voor hogere vermogens worden gebruikt.
opgeLeT
– Om ervoor te zorgen dat de DL..H, DL..N tijdens
bedrijf niet beschadigd raakt, het schakelvermo-
gen in acht nemen, zie pagina 6 (8
Technische gegevens).
Bij kleine schakelvermogens zoals bijvoorbeeld bij 24 V,
8 mA, in silicone- of oliehoudende lucht wordt de inzet
van een RC-element (22 Ω, 1 μF) aanbevolen.
C = 1 µF
NO
2
NC
1
1 Installatie spanningsvrij maken.
2
3
M16 x 1,5:
5
ø 4–10 mm
6 Bedraden volgens het aansluitschema.
7 M16-wartel (1/2" NPT conduit) vastdraaien.
➔ De contacten 3 en 2 gaan bij stijgende druk dicht.
De contacten 1 en 3 gaan bij dalende druk dicht. Bij
het maakcontact komt het NC-contact te vervallen.
L1
3
COM
2
1
NO
NC
R = 22 Ω
COM
3
4
1
3
2
NC
COM
NO
5 InsTeLLen
➔ Het schakelpunt is door middel van het handwiel
instelbaar.
1 Installatie spanningsvrij maken.
2 Het deksel van de behuizing eraf schroeven.
➔ Na het succesvol instellen het deksel van de be-
huizing weer aanbrengen. Aanhaalkoppels in acht
nemen, zie pagina 6 (8 Technische gegevens).
3 Ohmmeter aansluiten.
NO
COM
2
3
NC
1
4 Het schakelpunt met het handwiel instellen.
5 Manometer aansluiten.
0
1 cm = 1 mbar
6
(0.4" = 0.4"WC)
7 Druk opbouwen. Daarbij het schakelpunt op de
ohmmeter en de manometer controleren.
8 Mocht de DL..H, DL..N niet bij het gewenste scha-
kelpunt aanspringen, het instelbereik op het hand-
wiel corrigeren. Druk laten ontsnappen en de
procedure herhalen.
5.1 Instelbereik
Type
DL 10..H,
DL 10..N
DL 50..H,
DL 50..N
DL 150..H,
DL 150..N
Type
DL 10..H,
DL 10..N
DL 50..H,
DL 50..N
DL 150..H,
DL 150..N
1) Insteltolerantie = ± 15% van de op de schaal
aangegeven waarde.
2) Max. inlaatdruk = weerstandsdruk.
3) Verschil tussen schakeldruk en mogelijke ontgrendeling.
Verloop van het schakelpunt bij controle volgens
EN 1854 luchtdrukschakelaars: ± 15%.
NL-4
1
3
2
NC
COM
NO
Max.
Instel-
inlaat-
bereik
1)
druk
2)
[mbar]
[mbar]
1–10
300
2,5–50
300
30–150
300
Max.
Instel-
inlaat-
bereik
1)
druk
2)
["WC]
["WC]
0,4–4
117
1–20
117
12–60
117
ont-
grende-
lings-
druk
3)
[mbar]
0,4–1
1–2
2–5
ont-
grende-
lings-
druk
3)
["WC]
0,16–
0,4
0,4–0,8
0,8–2
Advertenties
Inhoudsopgave
