Bediening
7. Bediening
7.1 REC RRD2
7.1.1 Aan- en uitschakelen
Aan: Druk op de Aan/Uit-toets ('ON/OFF')
Uit: Druk Aan/Uit-toets ('ON/OFF') 3 s lang in (de ontvanger
schakelt na 30 minuten automatisch uit, tenzij u de ontvanger
actief gebruikt).
Draai het gevoelige vlak van de ontvanger naar de laserzender toe.
Let erop dat het ontvangstvenster loodrecht op het vlak van de
aftekenlijn staat.
Beweeg de ontvanger op en neer tot u een signaaltoon hoort.
Dan verschijnen richtingspijlen op de uitlezing en wordt de rest-
afstand getoond waarmee u de ontvanger moet bewegen om de
laserstraal te laten samenvallen met de hartlijnreferentie van de
ontvanger.
Bevindt zich het markeerpunt van de ontvanger boven de laser-
straal? Dan weerklinkt een langzaam pulserende signaaltoon. Op het
verschijnt een omlaag wijzend pijlsymbool en wordt de restafstand
getoond waarmee u de ontvanger moet bewegen om de laserstraal
te laten samenvallen met de hartlijnreferentie van de ontvanger.
Beweeg de ontvanger zoveel omlaag als de uitlezing in pijlrichting
aangeeft.
Bevindt zich het markeerpunt van de ontvanger onder de laserstraal?
Dan weerklinkt een snel pulserende signaaltoon. Op het verschijnt
een omhoog wijzend pijlsymbool en wordt de restafstand getoond
waarmee u de ontvanger moet bewegen om de laserstraal te laten
samenvallen met de hartlijnreferentie van de ontvanger.
Beweeg de ontvanger zoveel omhoog als de weergave
in pijlrichting aangeeft.
NL
16