Inhoudsopgave
Advertenties
Installatie handleiding
Wanneer The Tube in bedrijf is mag deze niet
in de volle regen staan.
Let op: Beschadiging aan de laklaag zal
roestvorming tot gevolg hebben.
2.1
Tips voor veilig gebruik van
gasflessen
Gasflessen moeten altijd rechtop staan,
bij zowel gebruik als vervoer.
Kom nooit met een vlam of brandend
voorwerpen in de buurt van de gasfles
tijdens installatie.
Spoor lekkages op met een kwastje met
vloeibaar afwasmiddel en water, als er
belletjes ontstaan weet u dat er een
lekkage is.
Gebruik altijd een drukregelaar tussen de
fles en het toestel. Vervang de
drukregelaar om de 5 jaar.
Gebruik alleen goed gekeurde gas
aansluitslangen. Vervang deze om de 2
jaar.
Zorg altijd voor een goede ventilatie.
Sluit de fleskraan als u het toestel niet
gebruikt.
Laat gasflessen NOOIT vullen met LPG.
Laat het vullen van gasflessen over aan
een erkend vulstation.
3
Installatie eisen
3.1
Plaatsing van The Tube
De haard is voorzien van een "Tilt sensor"
deze zal in werking treden als de haard
scheef staat of omvalt.
Plaats The Tube buiten op een vlakke en
stevige ondergrond.
Laat minimaal 0,5 m vrije
bedieningsruimte achter The Tube.
3.2
Gasfles en aansluiting
De Aardgas:
De gasaansluiting moet voldoen aan de
lokaal geldende Normen.
Propaan:
De gasaansluiting moet voldoen aan de
lokaal geldende Normen
The Tube is uitsluitend bedoeld voor
gebruik met een propaan gasfles
De gasfles moet geplaatst worden in de
ruimte onder de brander. (Zie fig. 1.4)
5 <
<
<
<
3.3
Het verplaatsen van the Tube
Gebruik de meegeleverde handgreep als U het
toestel wilt verplaatsen. (Zie fig. 1.7)
Borg deze met de meegeleverde pen.
Schakel het toestel uit als The Tube verplaatst
wordt.
4
Installatie instructie
4.1
Inhoud
Verwijder de achterwand en haal de losse delen uit
de verpakking
U treft aan :
Instructie set
Zuignap (Zie fig. 2.1)
Afdekhoes.
Gasslang met een 30 mbar drukregelaar
voor Nederland en voor België een 37
mbar drukregelaar.
Niet meegeleverd :
•
Gasfles
Borg ketting
4.2
Installatie gasaansluiting
Propaanfles :
Open de gasflesruimte door de
toegangsklep te verwijderen.(Zie fig. 1.1B)
Sluit de gasslang aan op de drukregelaar
m.b.v. een slangklem.
Sluit het andere eind op dezelfde manier
aan op de slangpilaar welke aan de
regelkraan bevestigd zit. (Zie fig. 1.3)
Verwijder de verzegeling op de gasfles.
Sluit de drukregelaar aan op de gasfles.
(Zie paragraaf 2.1)
Plaats nu de gasfles in de ruimte en zet
deze vast met de sjorband. (Zie fig. 1.1C)
De gasfles kan nu opengedraaid worden.
Aardgas :
Zorg er voor dat The Tube niet verplaatst
kan worden. Dit voorkomt beschadiging
aan de flexibele gasaansluiting.
Gebruik hiervoor de openingen in de
bodemplaat.
* Controleer de complete gasaansluiting op
lekkage.
Advertenties
Inhoudsopgave
