Storing
Effect op de regeling
Communicatie
– Aangezien er geen actuele
reële kamertemperatuur is,
HK 1 – 8
vallen de functies
kamerinvloed, de in- en
uitschakeloptimalisering en
de autom. adaptatie weg.
Ketelvoeler
– De ketel wordt met
maximum vermogen
vrijgegeven.
– Er is een noodbedrijf
mogelijk via de thermostaat.
Bijkomende
– Geen regeling van de
ketelvoeler
retourtemperatuur meer
mogelijk.
– De mengkleppen worden
helemaal geopend.
– Er is geen Ecostream-
regeling meer mogelijk.
– De ketel wordt met
maximum vermogen
vrijgegeven.
Ketel koud
– Er kan geen ketelbeveiliging
(bescherming tegen vorst
en condensatie)
gegarandeerd worden.
– De ketel wordt met
maximum vermogen
vrijgegeven.
Brander
– Er kan geen ketelbeveiliging
(vorstbeveiliging)
gegarandeerd worden.
– Geen tapwater.
Veiligheids-
– Er kan geen ketelbeveiliging
ketting
(vorstbeveiliging)
gegarandeerd worden.
Ext. storing ES – Er is geen effect op de
regeling.
Rookgasvoeler – De rookgasgrenswaarde
kan niet gevonden worden.
Rookgasgrens – Er is geen effect op de
regeling.
Ext. pomp
– Er is geen effect op de
regeling.
1 – 8
Tab. 5
Storingstabel
Logamatic 4321/4322 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.
Mogelijke oorzaken van de storingen Oplossing
– De afstandsbediening heeft een
verkeerd toegekend adres.
– De afstandsbediening is verkeerd
aangesloten.
– De afstandsbediening is defect.
– Regeltoestel is defect.
– De voeler is niet of verkeerd
aangesloten.
– De voeler of het regeltoestel is defect.
– De voeler is niet of verkeerd
aangesloten of defect.
– De ketelmodule ZM434 of het
regeltoestel is defect.
– Temperatuurregelaar/
handschakelaar staat niet op "AUT".
– Er is geen brandstof meer voorhanden.
– De volgorde van de voelers is
verkeerd.
– De ketelvoeler is defect.
– De brander is defect en daardoor is er
een 230V-storingssignaal aan de klem
BR9.
– De ketelmodule ZM434 of het
regeltoestel is defect.
– De STB is geactiveerd.
– Het regeltoestel is defect.
– De storingsingang van de ketelmodule
ZM434 werd gebruikt.
– De extern aangesloten componenten
zijn defect of er is een storing.
– De voeler is niet of verkeerd
aangesloten.
– De voeler of het regeltoestel is defect.
– Er zit roet in de ketel.
– De rookgasvoeler is defect.
– Storingsingang WF1/2 van de
functiemodule FM441/FM442 werd
geopend.
– Extern aangesloten
verwarmingskringpomp is defect of er
is een storing.
Storing
– Controleer de werking en aansluiting
van de afstandsbediening. Controleer
daarbij eveneens de adressering van de
afstandsbediening.
– Vervang de
afstandsbediening/functiemodule.
– Controleer de aansluiting van de voeler.
– Vervang de ketelvoeler of de
ketelmodule ZM434.
– Controleer de aansluiting van de voeler.
– Vervang de bijkomende ketelvoeler of
de ketelmodule ZM434.
– Controleer of de temperatuurregelaar of
de handschakelaar op "AUT" staat.
– Controleer de brandstofhoeveelheid en
de -toevoer.
– Controleer de volgorde van de voelers.
– Vervang de ketelvoeler.
– Ontstoor de brander, zoals beschreven
in de documentatie van de
verwarmingsketel of de brander.
– Controleer het storingssignaal van de
brander aan de klem BR9 (230V-
signaal).
– Storingssignaal: controleer de
branderfunctie.
– Geen storingssignaal: vervang de
ketelmodule ZM434.
– Zoek de oorzaak van de activering van
de STB (controleer o. a. de functies van
de regeltoestellen) en ontgrendel nadien
de STB en druk de resettoets in.
– Controleer of er een externe STB is
aangesloten.
– Controleer de werking van de externe
componenten en herstel of vervang ze
indien nodig.
– Controleer de aansluiting van de voeler.
– De ketel moet gereinigd worden.
– Controleer de aansluiting en de werking
van de voeler.
– Controleer de werking van de
aangesloten verwarmingskringpomp.
– Vervang de betroffen module.
22
147