Afsluitende werkzaamheden
10.4
Aansluitset voor 2 rijen monteren (toebehoren)
Voor de verbinding van 2 collectorrijen heeft u een tweede aansluitset
nodig ( hoofdstuk Leveringsomvang).
Monteren extra stoppen
VOORZICHTIG
Gevaar voor lichamelijk letsel door niet geborgde doppen.
▶ Waarborg, dat iedere stop met een klem is geborgd.
▶ Transportbeveiliging van de collectoraansluitingen verwijderen.
▶ Schuif de kap met de O-ringen [2] op de collectoraansluiting.
▶ Schuif de klem [1] voor borging van de aansluiting over de kap en de
collectoraansluiting.
6720804147.18-1.ST
6720804147.18-1.ST
Afb. 66 Stoppen monteren
Aansluitset monteren
▶ Hoeksteun met klem op de collectoraansluitingen aansluiten ( afb.
62).
▶ Breng op de montageplaats de verbinding [1] tussen de collectorrij-
en met koperleiding tot stand.
Afb. 67 Breng de verbinding tussen de collectorrijen tot stand
26
11
Afsluitende werkzaamheden
Controleer de installatie
OPMERKING
Schade aan de installatie door corrosie!
Wanneer waterresten na het spoelen of de druktest langere tijd in de so-
larinstallatie blijven staan, dan kan corrosie ontstaan.
▶ Solarinstallatie direct na de druktest met solarvloeistof in bedrijf ne-
men (handleiding solarstation).
Controlewerkzaamheden
1.
Profielrails verbonden en schroeven aangedraaid?
2.
Afglijbeveiliging gemonteerd?
3.
Collectorspanners gemonteerd en schroeven vastge-
draaid?
4.
Aansluitbuizen met klemmen geborgd en juiste bevesti-
ging van de klemmen gecontroleerd?
5.
Vrije collectoraansluitingen met stop afgesloten en met
klem geborgd? Goede positie van de klemmen gecontro-
leerd?
6.
Is de collectorsensor tot aan de aanslag ingeschoven?
7.
Druktest uitgevoerd en alle aansluitingen op dichtheid ge-
controleerd? (handleiding solarstation)
Tabel 19 Controlewerkzaamheden uitvoeren
Wanneer u de ontluchting van de solarinstallatie met een automatische
ontluchter op het dak (toebehoren) uitvoert, dan moet u na het ontluch-
ten de kogelkraan sluiten (handleiding solarstation).
De solarinstallatie wordt in bedrijf gesteld conform de specificaties van
de installatie- en onderhoudshandleiding van het solarstation.
Aansluitingen en leidingen isoleren
WAARSCHUWING
Brandgevaar door niet geïsoleerde leidingen!
Leidingen, die niet geïsoleerd zijn, mogen niet met brandbare materialen
(bijvoorbeeld hout) in contact komen.
▶ Leidingen voldoende isoleren.
▶ Leidingen in het gehele solarcircuit conform de nationale normen en
richtlijnen isoleren.
▶ Leidingen in buitenopstelling met UV-, weer- en hogetemperatuurbe-
stendig materiaal (150 °C) isoleren. Interfaces voor watertoevoer be-
schermen.
▶ Leidingen in binnenopstelling met hogetemperatuurbestendig mate-
riaal (150 °C) isoleren.
▶ Isolatie indien nodig tegen vogelvraat beschermen.
0010017162-01
SO 7000 TF – 6720820971 (2023/03)