3.3
Transfer in/uit de scooter
1. Plaats de scooter zo dicht mogelijk bij de plaats waar u wil
overstappen.
2. Zorg ervoor dat de scooter uit staat.
3. Draai de armlegger omhoog aan de kant waar u wil in-/uitstappen.
4. Beweeg naar/uit de stoel van de scooter.
3.3.1 Correcte positie in de scooter
Enkele aanbevelingen om uw scooter comfortabel te kunnen gebruiken:
1. Plaats uw onderrug zo dicht mogelijk bij de rugsteun.
2. Zorg ervoor dat uw bovenbenen horizontaal zijn.
3.4
Rem en vrijloophendel
WAARSCHUWING
Bedien de vrijloophendel enkel wanneer de scooter UIT staat!
Een begeleider moet de vrijloophendel bedienen indien u een mobiliteitsbeperking heeft.
Bedien de hendel NOOIT vanuit zittende positie.
De scooter is voorzien van een vrijloopsysteem dat bereikbaar en bedienbaar is door een
begeleider, of de gebruiker wanneer hij/zij niet in de scooter zit. Zet de scooter enkel in vrijloop
om deze te transporteren of uit een gevaarlijk gebied te halen.
Rijden
1. Wanneer de scooter UIT staat, zet de vrijloophendel op de positie "drive" (rijden).
2. Schakel de scooter AAN.
3. Elektronisch gestuurd rijden is nu mogelijk.
Neutraal
1. Schakel de scooter UIT.
2. Zet de vrijloophendel op de positie "neutraal".
3. De scooter kan nu zonder elektronische aansturing voortgeduwd worden.
Gevaar voor letsel en/of schade
500 mm
100 mm
11
Mercurius 4D
2021-02
Uw scooter gebruiken
NL