Instellingen
Geluiden en trillen
U kunt de instellingen voor diverse geluiden op het apparaat wijzigen.
Tik op het scherm Instellingen op Geluiden en trillen.
• G eluidstand: instellen dat het apparaat de stille of geluidsstand gebruikt.
• T rillen bij overgaan: instellen dat bij inkomende oproepen zowel een beltoon als een trilsignaal
wordt gebruikt door het apparaat.
• S tandaardbediening Volumetoets: stel de standaard bedieningstoets voor Volume in.
• V olume: het volume voor beltonen, muziek, video's, systeemgeluiden en meldingen instellen.
• B eltoon: de beltoon voor oproepen wijzigen.
• T rilpatroon: een trilpatroon selecteren.
• M eldingsgeluiden: een standaard meldingsgeluid selecteren. U kunt ook de
meldingsinstellingen voor elke app wijzigen.
• N iet storen: instellen dat het apparaat geluiden voor inkomende oproepen, meldingen en
media dempt, behalve voor toegestane uitzonderingen.
• A anraakgeluiden: instellen dat het apparaat een geluid laat horen wanneer u een app of een
optie op het aanraakscherm selecteert.
• G eluiden schermvergrend.: instellen dat het apparaat een geluid laat horen wanneer u het
aanraakscherm vergrendelt of ontgrendelt.
• G eluid voor oplader: instellen dat het apparaat een geluid laat horen wanneer het wordt
aangesloten op een oplader.
• T onen kiestoetsenblok: instellen dat het apparaat een geluid laat horen wanneer u tikt op
toetsen van het toetsenbord.
• T oetsenbordgeluid: het apparaat zo instellen dat een geluid wordt afgespeeld bij elke toets die
u aanraakt.
• G eluidskwal. en -effecten: aanvullende geluidsinstellingen configureren.
87