5.
Gebruik
Algemeen
1.
Trek de kabel tot de gewenste lengte uit en houd hem vast. Trek nog eens lichtjes
aan de kabel tot u een klik hoort. De interne blokkeerinrichting houdt de kabel nu
vast.
Wenst u de kabel langer te maken, trek dan gewoon door tot de gewenste lengte is
bereikt, houd de kabel stil en trek nog eens lichtjes om de kabel te blokkeren.
2.
Om de kabel terug op te rollen, trek de kabel ongeveer 40 cm verder tot de
klikgeluiden verdwijnen. Laat de kabel nu voorzichtig los zodat het zelfoprollende
systeem de kabel kan oprollen.
Forceer nooit het toestel wanneer u de kabel oprolt. Zorg ervoor dat de kabel
netjes over de haspel is opgerold om beschadiging of een slechte werking te
vermijden.
Laat de kabel nooit los wanneer u de kabel oprolt maar geleid hem met uw andere hand
tot de kabel volledig rond de haspel ligt. Zo niet kan de snelheid en een spartelende
kabel lichamelijke letsels en/of beschadiging veroorzaken.
Deze haspel is uitgerust met een thermische zekering die de voeding naar het
aangesloten toestel afsnijdt wanneer de temperatuur van de kabel de 56 °C
overschrijdt. Herstel de voeding door op de rode knop op de zijde van de haspel te
drukken.
Beveiliging tegen oververhitting
Dit toestel is uitgerust met een oververhittingsbeveiliging die het apparaat automatisch
uitschakelt indien het oververhit raakt. Om de voeding te herstellen:
1.
Ontkoppel de haspel van het lichtnet.
2.
Rol de kabel volledig af en laat deze afkoelen.
3.
Sluit de haspel aan op het lichtnet. Druk op de rode knop om de voeding te
herstellen.
6.
Reiniging en onderhoud
Algemeen
•
Alle schroeven moeten goed zijn aangespannen en mogen geen sporen van roest
vertonen.
•
De behuizing, de zichtbare onderdelen, de montagebeugels en de montageplaats
(bv. het plafond of het gebinte) mogen niet vervormd zijn of aangepast worden
(geen extra gaten boren in montagebeugels).
•
Mechanisch bewegende delen mogen geen sporen van slijtage vertonen en mogen
niet onregelmatig bewegen.
•
De voedingskabels mogen niet beschadigd zijn. Laat het toestel onderhouden door
een geschoolde technicus.
•
Ontkoppel het toestel van het lichtnet voor u aan onderhoudswerkzaamheden
begint.
•
Reinig het toestel geregeld schoon met een vochtige, niet-pluizende doek en een
kleine hoeveelheid schoonmaakmiddel. Gebruik geen alcohol of solventen.
•
Bewaar of monteer het toestel op een droge en beschutte plaats, uit de buurt van
water en vochtigheid.
Reiniging
•
Gebruik een glasreiniger en een zachte doek om de behuizing te reinigen.
•
De frequentie van de reiniging hangt van de montageplaats af (bv. rook, stof,
vocht).
V. 01 – 22/08/2019
EARC15N/EARC15N-G
8
©Velleman nv