Reiniging
5.
Reiniging
5.1
Veiligheidsinstructies voor de reiniging
. WAARSCHUWING!
Gevaar door negeren van de reinigingsinstructies!
Dit hoofdstuk bevat belangrijke informatie voor het veilig
reinigen van het apparaat.
1 Dit hoofdstuk zorgvuldig doorlezen voordat u het
apparaat reinigt.
1 De veiligheidsinstructies opvolgen.
2 Reiniging alleen door geautoriseerde gebruikers.
, „1.2 Geautoriseerde doelgroepen" (pagina 4).
2 Geen reiniging door kinderen onder 8 jaar en door
personen die gevaren bij de omgang met het apparaat
niet kunnen inschatten.
2 Na het gebruik kunnen de kookplaat en andere
onderdelen die kunnen worden aangeraakt nog heet zijn.
Er bestaat verbrandingsgevaar.
2 Vetresten moeten worden verwijderd. Vetresten zijn een
brandrisico.
Het apparaat moet regelmatig worden gereinigd:
2 Kookplaat, bedieningspaneel en oppervlak altijd na het
koken.
5.2
Reinigingsmaatregelen
Komen suiker, kunststof en dergelijke stoffen op de hete
kookplaat, moeten deze stoffen direct worden verwijderd:
1 Het apparaat uitschakelen.
1 Verwijder de stoffen nog in hete toestand. Omdat de
kookplaat heet is, bestaat verbrandingsgevaar.
Voor elke reiniging:
1 Het apparaat uitschakelen.
1 Zorg dat de kookplaat en andere onderdelen die kunnen
worden aangeraakt zijn afgekoeld.
6006113_b – 24.02.2023
. ATTENTIE!
Gevaar voor beschadigingen door ondeskundige
reiniging!
Voorwerpen met scherpe randen, schuurmiddelen of
ongeschikte reinigingsmiddelen kunnen het apparaat
beschadigen.
De volgende reinigingsmiddelen zijn ongeschikt en mogen
niet worden gebruikt:
2 Aceton
2 Trichlorethyleen
2 Oplossingen op nitro-basis (bijv. Nitro-verdunning)
2 Kunstharsverdunning
2 Schuurmiddelen
2 Siliconenhoudende polijstmiddelen
2 Oliehoudende polijstmiddelen
2 Was
2 Waterdamp
2 Op gelakte oppervlakken: Microvezeldoek
1 Houd voorwerpen uit de buurt, die het apparaat kunnen
bekrassen (bijv. sierraden).
1 Gebruik milde huishoudreinigingsmiddelen (bijv.
alkalivrije, pH-neutrale allesreiniger).
1 Gebruik een zachte, vochtige doek.
1 Reinigen zonder teveel druk uit te oefenen.
- De aanwijzingen en gegevens op de reinigingsmiddelen
moeten worden opgevolgd.
Kookplaat
1 Reinig de kookplaat met een vochtige doek of met
speciale producten voor keramische kookplaten.
1 Verdwijnen vlekken of afzettingen niet, gebruik dan voor
keramische kookplaten geschikte sponzen of een krabber
met een scheermesje.
1 De kookplaat en droogvegen met een zachte doek.
Bedieningspaneel
1 Reinig het bedieningspaneel met een lintvrije, licht
vochtige doek (bijv. Microvezeldoek).
1 Wrijf het bedieningspaneel droog met een lintvrije,
zachte doek.
27