2
Het dockingstation gebruiken
Richtlijnen voor het dockingstation
Besturingssystemen: voor de optimale prestaties gebruikt u het dockingstation met een computer met
●
het besturingssysteem Windows 10, Windows 8 of Windows 7. Alleen computers met USB-Type-C-
poorten worden ondersteund.
Voeding: het dockingstation moet zijn aangesloten op netvoeding om de functies van het
●
dockingstation te kunnen gebruiken.
Aansluiten en loskoppelen: het dockingstation kan worden aangesloten op de computer of worden
●
losgekoppeld van de computer, ongeacht of de computer aan of uit is. (Raadpleeg
maken met een computer op pagina 6
Externe apparaten: wanneer het dockingstation is aangesloten op de computer, kunnen externe
●
apparaten worden aangesloten op de poorten van het dockingstation of op de poorten van de computer.
10
Hoofdstuk 2 Het dockingstation gebruiken
en
Het dockingstation loskoppelen op pagina
Stap 2: Verbinding
16.)