Papier en ander afdrukmateriaal
• Plaats de enveloppen met de korte kant eerst in de printer, met de klep omlaag en met de klep naar
rechts.
• Voor C5-enveloppen voert u een van de volgende stappen uit: Als de enveloppen kreukelen, probeert u
de andere optie.
• Plaats enveloppen met de te bedrukken zijde omhoog, klep open en omlaag en met de onderzijde
van de envelop eerst in de printer.
• Plaats de enveloppen met de te bedrukken zijde omhoog, met de klep gesloten en omlaag en als
eerste de printer in.
Opmerking: Om enveloppen op de juiste wijze te bedrukken, plaatst u de enveloppen met de klep
open. Selecteer in de printerdriver welke richting u nodig hebt. Als u de beelden wilt omkeren,
selecteert u in de printerdriver B B e e e e l l d d 1 1 8 8 0 0 g g r r a a d d e e n n r r o o t t e e r r e e n n .
4. Controleer het formaat, de soort en de kleur als u hierom wordt gevraagd op het bedieningspaneel. Als u
hier niet om wordt gevraagd, wijzigt u de papierinstellingen.
a. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets H H o o m m e e .
b. Raak A A p p p p a a r r a a a a t t > > P P a a p p i i e e r r l l a a d d e e n n aan.
122
Xerox
®
VersaLink
®
C400 Kleurenprinter Gebruikershandleiding