Het toestel aanpassen
Navigatie-instellingen
Instellingen voor navigeren met
de auto
Tik in het hoofdmenu op extra >
instellingen > navigatie > Auto.
• nüroute
(pagina 51)
™
• kaartdetail: hiermee stelt u het
detailniveau voor de kaart in. Als er
meer details worden weergegeven,
wordt de kaart mogelijk langzamer
opnieuw getekend.
• kaartweergave: hiermee stelt u het
perspectief op de kaart in (pagina 50).
• kaartthema: hiermee kunt u de
kleuren van de kaartgegevens
wijzigen.
• kaartgegevensopmaak: hiermee
stelt u in hoeveel gegevens op de
kaart worden weergegeven.
• Voertuig: hiermee kiest u een
ander pictogram voor het aangeven
van uw positie op de kaart. Ga voor
meer pictogrammen naar
www.garmingarage.com.
50
• Triplog
◦ Weergeven op kaart: hiermee
wordt de route van uw reizen
weergegeven op de kaart.
◦ Triplog wissen
Het kaartperspectief wijzigen
1. Tik in het hoofdmenu op extra >
instellingen > navigatie > Auto >
kaartweergave.
2. Selecteer een optie:
• Tik op koers boven om de
kaart tweedimensionaal met uw
reisrichting bovenaan weer te
geven.
• Tik op noord boven om de
kaart tweedimensionaal met het
noorden bovenaan weer te geven.
• Tik op 3D om de kaart driedimen-
sionaal weer te geven.
nüvi 2200/2300-serie - gebruikershandleiding