5.4.2 Instellen als tweede temperatuur
Na het bevestigen van het knipperende SET door op de toets
Zijn temperatuur 1 op schakeling 1 en temperatuur 2 op schakeling 2 beide in de HEAT-modus geprogrammeerd, is de
waarde
het vaste verschil van temperatuur 1 (waterverwarming) en temperatuur 2 (bodemverwarming) en kan dit
niet worden veranderd Bevestig dit met de toets
Wanneer temperatuur 1 op schakeling 1 in de HEAT-modus geprogrammeerd is en voor temperatuur 2 op schake-
ling 2 de COOL-modus gekozen is, kan met de toets ▲ of ▼ de tussen 0,1 en 5,0 °C hogere temperatuur dan de
waterverwarming gekozen worden en kan met de toets
geactiveerd wordt
Let op: Stel het verschil tussen de verwarmings- en koeltemperatuur niet te klein of zonder verschil (
zodat de verwarming en koeling niet kort na elkaar of gelijktijdig actief zijn.
Aanwijzing: Theoretisch is de combinatie van waterkoeling + waterverwarming (schakeling 1: Temp
COOL / schakeling 2: Temp
in de verwarmingsmodus op 0,1 °C hoger dan temperatuur 1, ook wanneer schakeling 2 voor het verwarmen
gebruikt wordt.
5.4.3 Alarminstelling temperatuur 2
Na het bevestigen van het knipperende
om het +/- alarm binnen de grenzen van 0,1 °C en 10 °C in te stellen en bevestig de instelling door op de toets
te drukken
Aanwijzing:
22
HEAT) mogelijk, maar praktisch is dit zinloos. Temperatuur 2 staat fabrieksmatig
2
door op de toets
betekent dat er geen alarm actief is.
te drukken, knippert
, om naar de alarminstelling 5 4 3 te gaan
worden bevestigd vanaf welke temperatuur de koeling
te drukken, knippert
) in,
1
Gebruik de toets ▲ of ▼