c) Mastbevestiging
Belangrijk! Rondom de voet van de windrichtingssensor bevinden zich markeringen voor de windrichtingen
(S = zuiden, N = noorden, W = westen, E = oosten). Bevestig de buitensensor met de erop aangebrachte
sensoren zo, dat de markering "N" precies naar het noorden is gericht. De juiste windrichting kan met
een kompas worden vastgesteld. Indien u geen kompas bezit, kunt u indien nodig ook een landkaart of
kaartmateriaal uit het internet gebruiken, om zo tenminste een ongevere uitlijning uit te kunnen voeren.
Houd bij het uitlijnen rekening ermee, dat de magnetische en geografische noordpool niet precies overeen
komen. U kunt rekening houden met deze zogenaamde declinatie. De lokale declinaties staan vermeld
op isogonenkaarten of luchtvaartkaarten en kunnen hulp bieden om uw sensor dienovereenkomstig uw
grafische locatie nauwkeurig uit te lijnen.
Als u de markering niet precies volgens uw geografische positie en de windrichtingen uitlijnt, wordt
een voortdurende fout bij het vaststellen van de windrichting door de buitensensor en het weerstation
gegenereerd.
111
• Plaats de regentrechter (F) in de bajonetsluiting van de houder aan de
buitensensor en stel hem in de drie groeven verticaal in.
• Draai hem voor de bevestiging lichtjes tegen de klok in totdat deze vast klikt.
• Fixeer de masthouder verticaal buitenshuis op een geschikte locatie bijv. op een
verticaal staande mast, lang uiteinde van een buis, toren of een houder aan een
wand. Lees in hoofdstuk "8. Voorbereidingen voor de installatie en de montage",
hoe een gunstige montagelocatie wordt gekozen en welke speciale
veiligheidsinstructies bij de montage in acht moeten worden.
• Monteer de buitensensor met de masthouder (H) aan een geschikte ronde buis
met een max. diameter van ca. 50 mm. U kunt een geschikte, stabiele ronde
metalen buis gebruiken.
• Plaats vervolgens de buitensensor met zijn masthouder (H) op de gebruikte
ronde buis en lijn alles uit.
• Let hierbij op de libel (D). De luchtbel moet precies in het midden van de cirkel
staan,
zodat
de
buitensensor
precies
horizontaal
is
uitgelijnd.
111