1.1
BEKNOPTE HANDLEIDING
De volgende snelstartgids biedt de nodige stappen voor het installeren en bedienen van het
weerstation en het uploaden naar internet, samen met verwijzingen naar de relevante secties.
Stap
1
Schakel de 7-in-1 draadloze sensorarray in
2
Schakel de displayconsole in en koppel met sensorarray
3
Handmatig datum en tijd instellen (dit onderdeel is niet nodig als het weerstation
is verbonden met internet en de tijdsynchronisatiefunctie is ingeschakeld)
4
Zet de regen op nul
5
Maak een account aan en registreer weerstation bij PWL
6
Verbind het weerstation met WI-FI
2.
PRE-INSTALLATIE
2.1
AFREKENEN
Voordat u uw weerstation permanent installeert, raden wij de gebruiker aan om het weerstation op een
gemakkelijk toegankelijke plaats te gebruiken. Dit zal u in staat stellen om vertrouwd te raken met de
functies en kalibratieprocedures van het weerstation, om een goede werking te garanderen voordat u het
permanent installeert.
2.2
SELECTIE VAN DE SITE
Voordat u de sensorarray installeert, moet u rekening houden met het volgende;
1. Regenmeter moet om de paar maanden schoon zijn
2. Vermijd stralingswarmte die wordt weerkaatst door aangrenzende gebouwen en constructies. Idealiter
moet de sensorarray worden geïnstalleerd op 1.5 m (5') van elk gebouw, constructie, grond of dak.
3. Kies een open plek in direct zonlicht zonder enige belemmering van regen, wind en
zonlicht.
4. Het zendbereik tussen de sensorarray en de displayconsole kan een afstand van 150 m (of 450
voet) bereiken bij de zichtlijn, op voorwaarde dat er geen storende obstakels tussen of in de buurt
zijn, zoals bomen, torens of hoogspanningslijnen. Controleer de kwaliteit van het ontvangstsignaal
om een goede ontvangst te garanderen.
5. Huishoudelijke apparaten zoals koelkasten, verlichting en dimmers kunnen
elektromagnetische interferentie (EMI) veroorzaken, terwijl radiofrequentie-interferentie
(RFI) van apparaten die in hetzelfde frequentiebereik werken, signaalonderbrekingen kan
veroorzaken. Kies een locatie op ten minste 1-2 meter (3-5 voet) afstand van deze
storingsbronnen om de beste ontvangst te garanderen.
Beschrijving
5
Afdeling
3.1.3
3.4
4.5.1
4.3.14.3
5
6.1 tot 6.5