G. PRESTATIE
Voor een optimale prestatie kan het noodzakelijk zijn de positie van de zender en ontvanger
te wijzigen. In sommige gevallen zal een paar centimeters voldoende zijn. Objecten, die zich in
de denkbeeldige lijn tussen de zender en ontvanger bevinden, kunnen de kwaliteit
verslechteren. Indien het mogelijk is, probeer deze objecten te ontwijken. Om de beste
beeldkwaliteit te verkrijgen, richt de antennes van de zender en ontvanger in een denkbeeldige
lijn naar elkaar.
Afbeelding 6
H. GEBRUIK INFRAROOD-VERLENGINGSKABEL
De infrarood-verlenging maakt het mogelijk de aangesloten apparatuur te bedienen welke
zich in een andere ruimte bevindt.
1. Sluit de kabel van de infrarood-verlenging aan op de zender.
2. Plaats de infrarood-sensor van de kabel op het display van het aangesloten apparaat.
Opmerking: Plaats de infrarood-sensor voor de infrarood-sensor van het apparaat
voor een optimale werking.
3. Richt de bestaande afstandsbediening op de elders geplaatste ontvanger en de ontvanger zal
een signaal naar de zender verzenden die een signaal aan het aangesloten apparaat geeft.
I. OPLOSSEN VAN STORINGEN
In geval van mogelijke problemen, controleer alle aansluitingen en lees opnieuw deze
gebruiksaanwijzing; u voorkomt of lost alle mogelijke problemen op. Raadpleeg een dealer of
ervaren technicus waarneer het probleem niet verholpen is.
9