4 Installatie
WAARSCHUWING
Neem voordat u de PowerRouter aansluit op het openbare elektriciteitsnet contact op met uw lokale
energiebedrijf. Zij moeten bevestigen dat het toegestaan is om het systeem aan te sluiten.
4.5
De zonnepanelen aansluiten
ZIe afbeelding 13 voor een overzicht van de aansluitingen voor het zonnepaneel.
1.
Zorg ervoor dat de DC-uitschakelaar van de PowerRouter in de stand OFF (uit) staat.
2.
Controleer of de DC-spanning en -stroomsterkte van uw zonne-energie-installatie de maximale
waarden op het typeplaatje van de PowerRouter (600 VDC, 15 A) niet overschrijden.
3.
Controleer de polariteit van de streng van de zonnepanelen door een spanningsmeting uit te voeren.
4.
Gebruik een geschikt gereedschap om de MC4-stekker te bevestigen aan de dradenstreng van de
NL
zonnepanelen. Gebruik koperdraad (van 4 mm
zonnepanelen naar de PowerRouter. Gebruik alleen massieve of geslagen draad. Gebruik geen fijn-
geslagen draad.
5.
Sluit één streng aan op de linker ingangsklemmen voor de zonnepaneelstreng (gebruik
overeenkomstige MC4-stekkers).
6.
Indien van toepassing, sluit de tweede streng aan op de rechter ingangsklemmen (gebruik
overeenkomstige MC4-stekkers).
GEVAAR
De draden afkomstig van de zonnepanelen staan continu onder spanning.
LET OP!
•
Sluit nooit de streng van een enkel zonnepaneel tegelijkertijd aan op beide klemmensets voor
zonnepanelen (parallelle aansluiting).
•
Sluit nooit de streng van een enkel zonnepaneel in serie aan op beide klemmensets voor
zonnepanelen.
•
Om statische lading te voorkomen moet u het ondersteuningsframe van uw zonnepanelen aarden.
Lees de instructies van de fabrikant.
i
Het PowerRouter-model PR30S heeft slechts één ingangsklemmenset voor één streng.
20
PowerRouter • Solar Inverter • Installatiehandleiding
2
) voor alle bedrading vanaf de streng van de