Download Print deze pagina
Comelit 30008011 Installatie-Instructies
Comelit 30008011 Installatie-Instructies

Comelit 30008011 Installatie-Instructies

10.525ghz die ongevoelig is voor huisdieren

Advertenties

A R T . 3 0 0 0 8 0 1 1
PASSIEVE INFRAROOD- EN MICROGOLF-DETECTOR 10.525GHz DIE ONGEVOELIG IS VOOR HUISDIEREN
KENMERKEN
30008011 is een detector met dubbele technologie, met
een pyro-elektrische sensor met viervoudig element en
een MW-radar (gebaseerd op het Doppler concept).
Het
interne ASIC-circuit
analyseert
microgolfsignalen met als doel het aantal door kleine
huisdieren veroorzaakte valse alarmen drastisch te
verlagen.
- Pyro-elektrisch met viervoudig element en starre lens,
voor een hoogperformante detectie
- Microgolfdetectie op basis van het Doppler-concept
- Module bewegingsdetector met antenne van het type
microstrip
- Quad Linear Imaging Technology voor een nauwkeurige
analyse van de lichaamsomvang en de differentiatie van
de achtergrond en van huisdieren
- Geavanceerde elektronica op basis van ASIC-
technologie
- Installatiehoogte van 1,8 m tot 2,4 m zonder noodzaak
tot kalibratie
- Gemakkelijk te installeren, met of zonder gewricht
- Afstelling gevoeligheid PIR
- Afstelling gevoeligheid MW
- Bidirectionele temperatuurcompensatie
- Ongevoelig voor omgevingsfactoren
- Ongevoeligheid voor huisdieren tot 25 kg
KEUZE VAN DE MONTAGEPOSITIE
Kies de meest geschikte positie om een indringer te
onderscheppen. Houd er rekening mee dat de
gevoeligheid van de detector lager is voor bewegingen
in radiale richting, d.w.z. door zich van de detector af of
naar
de
detector
toe
te
verplaatsen.
dekkingsdiagram op afb. 3.
DE VOLGENDE ZAKEN MOETEN VERMEDEN
WORDEN:
- Directe blootstelling aan zonlicht
- Warmtebronnen in het werkingsgebied
- Sterke luchtstromingen in de buurt van de detector
- Installatie op instabiele oppervlakken, of
oppervlakken die onderhevig zijn aan trillingen
- Grote voorwerpen voor de detector
- Installatie in de buurt van vermogenslijnen of
hoogspanningslijnen
Afb. 3
30008011 V1_1
INSTALLATIE
De detector kan aan de wand of in een hoek
gemonteerd worden. Gebruik de optionele steun
30008001 om problemen met de plaatsing op te lossen
(afb. 5). Met dit gewricht kan de horizontale uitlijning
de PIR- en
van de detector worden ingesteld.
1 - Om het frontdeksel te verwijderen, draait u de
blokkeerschroef los, waarna u het deksel voorzichtig
oplicht
2- Trek de gedrukte bedradingsplaat naar buiten en
verwijder het plastic van de voorgemarkeerde gaten
voor de bevestigingsschroeven en de kabeldoorvoer.
Plaats de basis van de detector op het gewenste punt
op de wand en teken de bevestigingsgaten af. Boor
gaten in de wand en steek de kabel door de hiervoor
bestemde opening.
A A A
D
C
B
B
Zie het
C
E
B
3 - Bevestig de basis van de detector aan de wand.
4 - Zet de gedrukte bedradingsplaat terug in zijn
behuizing, breng de aansluitingen op het aansluitblok
tot stand en plaats het deksel terug
Y
##
0
1
2
3
a
180°
130°
100°
84°
X
0
3
6
9
Y
10,5
6,09
7,15
6,98
X,Y zijn de overeenkomstige punten op het diagram
(in meter) wanneer H=30m
SHROEF
Afb. 1
A.
Gaten voor het
doorvoeren van kabels
B.
Gaten voor montage
C
aan de wand
C. Gaten voor montage in
een hoek (45° ) of als
'vlag'
D. Gat voor de
blokkeerschroef van
het gewricht
E.
Gat voor de
bevestigingsschroef
C
van de kaart
B
Afb. 2
X
10
2
9
3
1
8
4
5
7
6
4
5
6
7
8
9
75°
70°
60°
52°
40°
30°
20°
12
15
18
21
24
27
28,5
8,01
10,5
10,39
10,24
8,73
7,23
5,03
INSTALLATIE-INSTRUCTIES
AANSLUITBLOK
Klemmen 1 en 2 - gemarkeerd met "-12V +"
Ingang van 12V
voeding.
DC
Klemmen 3 en 4 - gemarkeerd met "TAMP"
Normaal gesloten contact van de schakelaar die
opening van het deksel signaleert.
Klemmen 5 en 8 - gemarkeerd met "EOL"
Optionele
klemmen
voor
afsluitweerstanden.
Klemmen 6 en 7 - gemarkeerd met "RELAY"
Normaal gesloten contact van het alarmrelais.
INSTELLINGEN
Schakelaar 1 (LED)
De leds van de detector kunnen geactiveerd of gedeactiveerd
worden door middel van de schakelaar nr.1 (LED):
Stand AAN – LEDs geactiveerd
Stand UIT – LEDs gedeactiveerd
OPMERKING: de status van de schakelaar nr.1 heeft geen
invloed op de werking in alarmtoestand van de detector.
Schakelaar 2 (PIR)
Met de schakelaar nr.2 kan de gevoeligheid van de
infrarood-detector worden aangepast aan de omgeving
waar hij geïnstalleerd is. Door de Pulsteller te activeren,
kan het aantal detecties dat nodig is om de PIR een
alarm te laten genereren, worden afgesteld:
Stand AAN (Auto) – Lage gevoeligheid, geschikt voor
moeilijke omgevingen.
Stand UIT (1 puls) – Hoge gevoeligheid, geschikt voor
stabiele omgevingen
Schakelaar 3 (MW)
Met de switch nr. 3 kan de gevoeligheid van de
microgolf worden ingesteld op basis van de omgeving.
Stand AAN
– Lage gevoeligheid, geschikt voor
moeilijke omgevingen.
Stand UIT – Hoge gevoeligheid, geschikt voor stabiele
omgevingen
Schakelaar 4 (PET)
Met de schakelaar nr.4 kunt u het niveau van
ongevoeligheid voor huisdieren selecteren:
Stand AAN – tot 15 kg
Stand UIT – tot 25 kg
Schakelaar 5 (A/O)
De
schakelaar
nr.5
wordt
werkingsmodus van de detector in te stellen.
Stand AAN – Modus OF
Het alarmrelais wordt actief wanneer infrarood of
microgolf een beweging detecteren.
Stand UIT – Modus EN
Het alarmrelais wordt actief wanneer infrarood en
microgolf
op
hetzelfde
detecteren. In dit geval wordt het daadwerkelijke
detectiebereik van de detector gegeven door de kruising
van de PIR- en MW-detectiediagrammen.
OPMERKING: de uitgevoerde wijzigingen hebben pas
effect nadat u de stroom naar de detector af- en weer
aangekoppeld hebt.
10
de
aansluiting
van
gebruikt
om
de
moment
een
beweging

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Comelit 30008011

  • Pagina 1 PASSIEVE INFRAROOD- EN MICROGOLF-DETECTOR 10.525GHz DIE ONGEVOELIG IS VOOR HUISDIEREN KENMERKEN INSTALLATIE AANSLUITBLOK 30008011 is een detector met dubbele technologie, met De detector kan aan de wand of in een hoek een pyro-elektrische sensor met viervoudig element en gemonteerd worden. Gebruik de optionele steun een MW-radar (gebaseerd op het Doppler concept).
  • Pagina 2 151 van 25-07- Afb. 5 05 (Richtlijn RoHS RAEE) staat een boete. EN 50130-4 EN 61000-6-3 EN 60950-1 EN 301489-3 EN 301489-1 ICE 60950-1 EN 50131-1 EN 50131-2-4 EN 50130-5 EN 50131-6 RoHS 2002/95/EC Security Grade 2, Environmental Class II 30008011 V1_1...