Download Print deze pagina

Conrad EA-Elektro-Automatik EA-BC-1210A 12V Gebruiksaanwijzing pagina 3

Advertenties

Functies:
Ventilatie
Het apparaat is uitgerust met een ventilator. Let er op, dat de luchtcirculatie
niet belemmerd wordt. Er moet tenminste een afstand van 5 cm tot in de
buurt zijnde voorwerpen aangehouden worden.
De ventilator gaat automatisch aan zodra het apparaat in de mode "opla-
den" is.
Netaansluiting
Op het apparaat is een ca. 900 mm lange netkabel (3 x 0,75 mm
ligheidsstekker vast gemonteerd.
Op de achterkant van het apparaat bevindt zich een netschakelaar. Zodra
het apparaat ingeschakeld wordt licht op de voorkant de LED "Netz" (net)
op.
Omschakelaar accucapaciteit
Het apparaat bezit de mogelijkheid de laadcapaciteit van de accu aan te
passen. De schakelaar moet voor het opladen op de desbetreffende waarde
ingesteld worden die bij de accu past. Tijdens het opladen mag het bereik
van de waarden niet veranderd worden.
DC-aansluiting (accu-aansluiting)
Sluit de accu alleen in uitgeschakelde toestand aan op de uitgangsklemmen.
Er mag alleen telkens 1 accu op het apparaat aangesloten worden.
Voor het aansluiten mag uitsluitend de meegeleverde kabel gebruikt worden,
de rode leiding wordt op plus (+) en de blauwe leiding op min (-) aangeslo-
ten, op de accu en ook op het apparaat.
Bij toepassing van een andere kabel moet erop gelet worden dat de kabel-
doorsnede tenminste 2,5 mm
2
bedraagt.
De uitgang is niet beveiligd.
Bij een kortsluiting op de klemmen, komt de kortsluitingstroom vanuit de
accu, zonder aangesloten accu, vloeit geen stroom.
Let op:
Is een accu op het apparaat aangesloten en er ontstaat een kort-
sluiting, wordt de kortsluitingstroom vanuit de accu geleverd.
4
Polariteitsbeveiliging
Het apparaat bezit een polariteitsbeveiliging. Bij een verkeerd aangesloten
accu wordt de oplading niet gestart.
De twee aanduidingen "laden" en "laden beëindigen" lichten niet op.
Opladen
Is de accu correct aangesloten licht, bij een uitgeschakeld apparaat, direct
de LED "lading beëindigd" op.
Schakel het laadapparaat in.
De aanduiding "net" licht nu op en het apparaat begint direct de accu op te
laden. De aanduiding "laden beëindigd" gaat uit en de aanduiding "laden"
2
) met vei-
licht op.
De lading gebeurt volgens een I/U-kenlijn, hierbij bedraagt de max. laad-
stroom 10A.
Wordt een laadeindspanning van 13,8 V bereikt wordt het opladen automa-
tisch beëindigd.
De aanduidingen wisselen desbetreffend.
In de toestand "laden beëindigd" wordt de accu met een stroom van ca. 4
mA ontladen.
Komt de accuspanning onder de ca. 12,7 V wordt de laadprocedure
opnieuw gestart.
Hierdoor is het niet mogelijk dat de accu overbelast wordt resp. door de klei-
ne laadstroom te ontladen.
Accutemperatuur
De aangeraden accutemperatuur tijdens het laden moet 18 °C - 27 °C
bedragen, hiermede wordt een max. levensduur en accucapaciteit bereikt.
Let er op, dat accu's, door hun grote materie, alleen heel langzaam op tem-
peratuurveranderingen reageren.
Het laadapparaat bezit geen temperatuurgeregelde accuspanning.
Belangrijk!
Bij het opladen van niet gasdichte accu's is het beslist noodzakelijk de ruim-
te tijdens het opladen goed te ventileren, omdat tijdens het laden gassen
ontstaat en hierdoor explosiegevaar!
5

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

25 03 57