20
|
Configuratie
20 Configuratie
20.1 Lokale instelling
(1)
Lokale instellingen worden als volgt gedefinieerd:
• M: Standnummer – Eerste cijfer: voor groep units – Cijfer tussen haakjes: voor afzonderlijke unit
• SW: Nummer instelling / C1: Eerste codenummer
• —: Waardenummer / C2: Tweede codenummer
•
: Standaard
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
76
Voer de volgende lokale instellingen uit in overeenstemming met de echte
installatie en met de behoeften van de gebruiker:
▪
Instelling van externe statische druk met behulp van:
-
Instelling van de automatische regeling van de luchtstroom
-
Gebruikersinterface
▪
Tijd om filter te reinigen
Automatische regeling van de luchtstroom instellen
▪
Wanneer de airconditioner in de ventilatorstand staat:
1 Leg de airconditioner stil.
2 Stel het waardenummer / tweede codenr. in op 03.
Inhoud instelling:
Luchtstroomregeling is UIT
Druk op ON/OFF om naar de normale bedrijfsstand
terug te keren.
Mogelijk gevolg: Het bedrijfslampje brandt en de unit
begint te draaien in de ventilatorstand voor de
automatische regeling van de luchtstroom.
De unit stopt na 1 tot 8 minuten.
Mogelijk gevolg: De instelling is voltooid en het
bedrijfslampje brandt niet meer.
Als er geen verandering is na de regeling van de luchtstroom, voert u de instelling
opnieuw uit.
INFORMATIE
▪
De ventilatorsnelheid van de binnenunit is vooraf ingesteld om de standaard
uitwendige statische druk te verzekeren.
▪
Om een hogere of lagere uitwendige statische druk in te stellen, stelt u de initiële
instelling terug met de gebruikersinterface.
Gebruikersinterface
Controleer de instelling van de binnenunit: het waardenummer / tweede
codenummer van stand 11(21) moet ingesteld zijn op 01.
Verander het waardenummer / tweede codenummer volgens de externe statische
druk van het aan te sluiten kanaal zoals aangegeven in de tabel hierna.
(1)
Dan
M
C1/SW C2/—
11(21)
7
01
03
02
FDA125A5VEB
Split-systeem airconditioners
4P495031-1B – 2022.10