Tijdelijk Instellen Van Lichtniveaus; Instellen Van De Ondertrim-Optioneel; Geavanceerde Programmeeropties Voor Scènes-Optioneel - Lutron Grafik Eye 3000 Series Installatiehandleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor Grafik Eye 3000 Series:
- Installatiehandleiding (19 pagina's) ,
- Installatievoorschriften (6 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Tijdelijk instellen van lichtniveaus
TOETSEN VOOR
VERHOGEN/VERLAGEN
INTENSITEIT VAN ZONE
Instellen van de ondertrim—OPTIONEEL
REGELEN LICHT VAN ZONE VOOR ONDERTRIM
* Behalve voor als niet-dimbaar ingestelde zones. Hiervoor branden alle
zone-LED's, en kunt u de ondertrim niet regelen.
Geavanceerde programmeeropties voor scènes—OPTIONEEL
SELECTEREN VAN KNIPPERENDE Sc/I
ZONE-INTENSITEIT
INSTELLEN
De regeleenheid moet in modus Sd of Sb staan. Zie pagina 8
LED TIJDELIJKE
voor meer informatie over Opslagopties.
ZONES
Zo stelt u een gehele scène in:
Druk op de betreffende scènetoets.
Druk op MASTER
HOOFDTOETS
zones te verhogen of te verlagen.
VOOR HET
VERHOGEN/
Zo stelt u een zone in:
VERLAGEN
Als de LED TIJDELIJK niet al brandt, druk dan op de knop
SCÈNETOETSEN
TIJDELIJKE ZONES. De LED TIJDELIJK boven de knop
TIJDELIJKE ZONES zal gaan branden.
Druk op ZONE
te stellen.
Nota: Deze instellingen zijn tijdelijk en gelden slechts tot
Stel, indien nodig, de ondertrim in om uniform dimmen bij
lage intensiteit te bewerkstelligen en flikkering te elimineren
(met name bij belastingen van het neon/koude-kathode- en
fluorescentietype).
1. Ga in de instelmodus staan. Houd toets Scène 1 en
toets OFF circa 3 seconden ingedrukt tot de scène-LED's
beginnen rond te gaan.
SELECTEREN VAN
LE
2. Selecteer LE (ondergrens) door eenmaal op FADE
te drukken. Alle zones gaan naar hun laagst mogelijke
dimniveau en alleen de onderste LED ervan brandt*.
3. Stel de verlichting van de zone in voor
BINNENGAAN
ondertrim. Dim m.b.v. ZONE
(VERLATEN) VAN
van de zone zo veel mogelijk zonder dat er flikkering
INSTELMODUS
optreedt. Herhaal deze procedure voor andere zones
waarvoor ondertrim gewenst wordt.
4. Verlaat de instelmodus. Houd toets Scène 1 en toets
OFF ingedrukt tot de scène-LED's stoppen met
rondgaan.
Nota: De ZONE LED-staafgrafiek verandert niet wanneer u
Programmeerscène 5 t/m 16.
1. Ga in de instelmodus staan. Houd toets Scène 1 en
INSTELLEN FADE-
toets OFF circa 3 seconden ingedrukt tot scène-LED's
IN-TIJD VAN SCÈNE
beginnen met rondgaan.
2. Selecteer Sc (de code voor het instellen van een
scène) door tweemaal op FADE
SELECTEREN
(Scène 1) zullen beurtelings gaan knipperen in het
VAN SCÈNE
FADE-venster.
3. Selecteer een scène. Druk op MASTER
de te programmeren scène te selecteren.
4. Stel de ZONE-intensiteit in. Druk op ZONE
om de intensiteit van de zone in te stellen (op GRX-
BINNENGAAN
(VERLATEN)
3500-eenheden verschijnt nu het exacte percentage
VAN INSTEL-
lichtopbrengst — druk nogmaals om de lichtniveaus
MODUS
in stapjes van 1% bij te regelen).
5. Stel de FADE-in-tijd van de scène in. Houd de
toets TIJDELIJKE ZONES ingedrukt. De huidige FADE-
in-tijd wordt weergegeven. Pas de tijd aan met behulp
van FADE
nog steeds wordt vastgehouden.
6. Verlaat de instelmodus. Houd knop Scenario 1 en
knop OFF ingedrukt tot de LED's stoppen met rondgaan.
Pagina 7
of
om de intensiteit van alle
of
om de intensiteit van een zone in
er een nieuwe scène geselecteerd wordt.
instellingen voor ondertrim uitvoert. De staafgrafiek
blijft ingesteld op het laagste niveau ervan in deze
modus.
en
waarbij de toets TIJDELIJKE ZONES
en
de verlichting
te drukken. Sc en 1
of
om
of
Advertenties
Inhoudsopgave
