Deel 1 - Inleiding
RS-232-aansluiting
Sluit een extern apparaat zoals een kassa op deze poort
aan.
RS-485-aansluiting
Deze netwerkvideorecorder ondersteunt het half-
duplexprotocol voor seriële RS-485-communicatie voor
aansluiting op externe apparatuur zoals kassa's.
Alarmaansluiting
Sluit alarmaansluitingen op deze poorten aan.
Druk de knop omlaag en steek de kabel in de opening.
Laat de knop los en trek daarna voorzichtig aan de
kabel om te controleren of deze stevig vastzit. Als u
de kabel wilt ontkoppelen, drukt u de knop opnieuw
omlaag en trekt u de kabel naar buiten.
16
● Alarmingang 1 tot en met 4
Deze netwerkvideorecorder kan op
gebeurtenissignalen reageren van externe
apparatuur die op de alarmingang is aangesloten.
Sluit mechanische of elektrische schakelaars aan
op AI 1 tot en met 4 en op G (aardverbinding). Om
door de netwerkvideorecorder te worden herkend,
moet het signaal van een apparaat dat op de
alarmingang is aangesloten, minder sterk zijn dan
0,3 V (normaal open) en ten minste 0,5 seconden
worden aangehouden. Het spanningsbereik voor
de alarmingang is 0 V tot en met 5 V. Raadpleeg
Alarmingang in de handleiding voor meer
informatie over Alarmingang bij de installatie.
● G (aardverbinding)
Sluit de aardkabel van alarmin- of uitgangen aan op
aansluiting G.
Alle aansluitingen voorzien van de markering "G"
zijn standaardaansluitingen.
● NC/NO (relaisalarmuitgangen)
Deze netwerkvideorecorder kan zoemers, lampen
en andere externe apparaten activeren/deactiveren.
Sluit het apparaat aan op de aansluitingen C
(standaardaansluiting) en NC (normaal gesloten) of
C en NO (normaal open). NC/NO is een relaisuitgang
die 2 A afvoert bij 125 V AC en 1 A bij 30 V DC.
Raadpleeg Alarmuitgang in de handleiding
voor meer informatie over Alarmuitgang bij de
installatie.
● ARI (Alarmresetingang)
U kunt een extern signaal naar de alarmresetingang
gebruiken om zowel het signaal Alarm-uit als de
interne zoemer van de NVR opnieuw in te stellen.
Mechanische of elektronische schakelaars kunnen
worden verbonden met de ARI-(alarmresetingang)
en de GND-verbinding (aardverbinding). De
drempelwaarde van het voltage is onder 0,3 V en
moet minimaal 0,5 seconden stabiel zijn om te
worden waargenomen. Verbind de draden met de
ARI- en GND-verbindingen.