Inhoudsopgave
Advertenties
Guidance and manufacturer's declaration
– electromagnetic emissions - for all ME
equipment and ME systems
Richtlijnen en verklaring van de fabrikant –
elektromagnetische emissie
Het apparaat is bedoeld voor gebruik in de
hieronder beschreven elektromagnetische
omgeving. De klant of de gebruiker van het
apparaat dient zich ervan te verzekeren dat het in
een dergelijke omgeving wordt gebruikt.
Emissietest
RF-emissie
CISPR 11
RF-emissie
CISPR 11
Harmonische
emissie IEC
61000-3-2
Spanningsfluc
tuaties/flikkere
missie IEC
61000-3-3
Richtlijnen en verklaring van de fabrikant
– elektromagnetische immuniteit - voor
alle ME-apparatuur en ME-systemen
Richtlijnen en verklaring van de fabrikant –
elektromagnetische immuniteit
Het apparaat is bedoeld voor gebruik in de
hieronder beschreven elektromagnetische
omgeving. De klant of de gebruiker van het
apparaat dient zich ervan te verzekeren dat het in
een dergelijke omgeving wordt gebruikt.
Immuni
IEC
teitstest
60601
testni
veau
Elektro
±6 kV
statische
contact
ontla
±8 kV
ding
lucht
(ESD)
IEC
61000-
4-2
Magne
3 A/m
tisch
veld van
netfre
quentie
(50/60
Hz) IEC
61000-
4-8
Richtlijnen en verklaring van de fabrikant
– elektromagnetische immuniteit – voor
ME-apparatuur en ME-systemen die niet
levensondersteunend zijn.
Richtlijnen en verklaring van de fabrikant –
elektromagnetische immuniteit Het apparaat is
bedoeld voor gebruik in de hieronder beschreven
elektromagnetische omgeving. De klant of de
gebruiker van het apparaat dient zich ervan te
verzekeren dat het in een dergelijke omgeving
wordt gebruikt.
Immuni
teitstest
Uitgestraalde
RF
IEC
61000-4-6
RF-straling
IEC
61000-4-3
Elektromagnetische omgeving - richtlijnen
Draagbare en mobiele RF-
communicatieapparatuur mag niet dichter bij enig
deel van het apparaat, inclusief de kabels, worden
gebruikt dan de aanbevolen scheidingsafstand
berekend aan de hand van de vergelijking voor de
zenderfrequentie.
Aanbevolen scheidingsafstand:
Ö
d = 1,167
P
Ö
d = 1,167
80 MHz tot 2,5 GHz
P
Ö
d = 2,333
P
waarbij
het nominale maximale
P
uitgangsvermogen voor de zender in watt (W) is,
volgens de zenderfabrikant en
scheidingsafstand is in meter (m).
De veldsterkte van vaste RF-zenders, bepaald
door controle van de elektromagnetische
omgeving (a), moet lager zijn dan het
compliantieniveau in elk frequentiebereik (b).
Interferentie kan zich voordoen in de nabijheid van
apparatuur die is gemerkt met het volgende
symbool:
OPMERKING 1: Bij 80 MHz en 800 MHz geldt het
hoogste frequentiebereik.
OPMERKING 2: Deze richtlijnen gelden mogelijk
niet in alle situaties. De elektromagnetische
voortplanting wordt beïnvloed door de absorptie
en de reflectie van structuren, objecten en mensen.
(a) De veldsterkte van vaste zenders zoals
basisstations voor radiotelefoons
(mobiel/draadloos) en portofoons, CB, AM- en
Voldoet
aan
Groep 1 Tijdens de uitvoering
Klasse
B
Niet
van
toepas
sing
Niet
van
toepas
sing
Nale
vings
niveau
±6 kV
contact
±8 kV
lucht
3 A/m
IEC 60601
TESTNIVEAU
3 Vrms
150 kHz tot
80 MHz
3 V/m
80 MHz tot 2,5
GHz
800 MHz tot 2,5 GHz
Elektromagnetische
omgeving - richtlijnen
van de beoogde
functie geeft het
apparaat
elektromagnetische
energie af.
Elektronische
apparatuur die zich in
de directe omgeving
bevindt, kan hierdoor
worden beïnvloed.
Elektromagneti
sche omgeving -
richtlijnen
Vloeren moeten
zijn gemaakt van
hout, beton of
keramische tegels.
Indien vloeren zijn
bedekt met
synthetisch
materiaal, moet de
relatieve
vochtigheid ten
minste 30% zijn.
De magnetische
velden van de
netfrequentie
moeten het niveau
van een typische
locatie in een
gangbare
commerciële of
ziekenhuisomge
ving hebben.
Nalevingsni
veau
3 Vrms
3 V/m
de aanbevolen
d
Advertenties
Inhoudsopgave
