om schade te voorkomen en een betrouwbare werking te
garanderen.
Inspectie en onderhoud
Voer de volgende inspecties twee keer per jaar uit om de levensduur van
het apparaat te verlengen.
1. Systeemcontrole
Controleer: Of de controller correct is bevestigd en of de omgeving
voldoende schoon is.
Ventilatie: Zorg voor goede ventilatie rond de controller en ontdoe het
oppervlak van de controller van stof en vuil.
Netsnoer: Controleer of de externe voedingskabel niet beschadigd is door
veroudering, wrijving, insecten of kleine dieren. Controleer de isolatie. Als
de kabel beschadigd is, vervang deze dan tijdig.
Losse draden: Controleer of de externe voedingskabel los zit en trek losse
draden aan.
LED-indicatoren: Controleer of de LED-indicatoren overeenkomen met de
werking van het apparaat. Als u fouten of foutieve indicaties opmerkt,
neem dan onmiddellijk corrigerende maatregelen.
Aarding: Controleer of alle aardingsdraden in het systeem correct zijn
geaard.
2. Inspectie bedrading controller
Let op: risico op elektrische schokken!
Zorg
ervoor
dat
aangesloten, zijn losgekoppeld voordat u de bedradingskap verwijdert.
Open de bedradingskap van de controller niet als de stroom niet is
uitgeschakeld. Open de bedradingskap van de controller pas 5 minuten
nadat de stroom is uitgeschakeld.
Controleer: Of de voedingskabel in de aansluitdoos niet beschadigd is door
veroudering, wrijving, insecten of kleine dieren. Als er schade is, repareer
of vervang deze dan tijdig.
Losse draden: Controleer of de voedingskabel in de aansluitdoos los zit en
draai losse draden vast.
Problemen oplossen
alle
voedingsbronnen
die
op
de
controller
zijn