Het onderhoud van de airconditioner moet om de
twee weken verricht worden. Voor elke interventie
moet de airconditioner uitgeschakeld en de
stroomtoevoer afgesloten worden.
1 - REINIGING VAN DE AIRCONDITIONER
Reinigen met een zachte en vochtige doek. Nooit
corrosieve reinigingsmiddelen zoals benzeen,
alcohol of benzine gebruiken. Spetters nooit in het
apparaat laten intrekken.
2 - REINIGING VAN DE FILTERS
De filters uit het ventilatierooster verwijderen door
het schema hieronder te volgen
Als het filter vuil is, reinigen met lauw water (40°C)
of met water en wat zeep.
Als het filter stof bevat, het stof verwijderen met
behulp van een stofzuiger.
De filters weer terugplaatsen door de procedure in
omgekeerde richting te volgen.
Let op
De filters niet met schurende of corrosieve
middelen reinigen.
De filters niet laten drogen in nabijheid van
een warmtebron om risico op vervorming
te voorkomen; ze op natuurlijke wijze laten
drogen.
De airconditioner niet laten werken zonder
filters
3 - AFVOER
Als het lampje FULL op de airconditioner verschijnt
en een pieptoon hoorbaar is, betekent dit dat het
interne waterreservoir vol is.
Schakel
de
airconditioner
stroomtoevoer af en verwijder de luchtafvoerbuis
Verwijder de afvoerdop en voer al het water af;
Breng de afvoerdop weer aan
Breng de luchtafvoerbuis weer aan en schakel het
apparaat weer in.
E - ONDERHOUD
uit
en
sluit
11
de
NL