Inhoudsopgave
Advertenties
Machine Translated by Google
elektrisch werk
9.2.2 Inbedrijfstelling elektrische warmtegenerator (EWE)
9.2.3 Parallelbedrijf: warmtepomp en elektrische warmtegenerator
9.2.4 Instelling thermostaat inzetstuk
9.2.5 Installatie-instructies voor buitensensoren
AGS 5 4
9.2.6 Bedrading
10/10/2022
In het geval van een warmtepomp met bodem als warmtebron, moeten zorgen over een te hoge
belasting van de warmtebron onder de genoemde omstandigheden worden gemeld. Er bestaat altijd
een risico wanneer de warmtepomp dagenlang continu moet werken. De warmtebron kan zichzelf
niet continu regenereren en in ongunstige gevallen kunnen horizontale onttrekkingsgebieden leiden
tot vorstvorming van de bodem.
De EWE is een veelzijdig en nuttig extra apparaat voor gebruik zonder warmtepomp
(compressor automatisch uitgeschakeld).
De EWE kan worden gebruikt zodra het verwarmingscircuit is gevuld en ontlucht. De WWPR-controller
moet dienovereenkomstig worden geparametreerd.
Tip:
vestig de aandacht op de EWE-werking met een sticker/opmerking op het bedieningspaneel, bijv.
"Speciale werking: alleen elektrische warmteopwekker ingeschakeld".
De beschreven bedrijfsmodus komt ook overeen met de standby-modus als mogelijkheid voor
noodbedrijf (bijv. bij uitval van de compressor)!
Belangrijk:
Voordat de warmtepomp wordt opgestart, moet de hierboven beschreven speciale werking worden
omgekeerd.
De controller moet dienovereenkomstig worden geconfigureerd (zie bedieningshandleiding van de
controller). Dit betekent dat als de warmteafgifte niet voldoende is, de EWE automatisch inschakelt
(schakelt automatisch in op de huisverdeelkast!). Dit geldt ook in het geval dat er een storing zou
optreden in de warmtepomp.
Als de begrenzing van de aanvoertemperatuur van de "warmtebron" op een overeenkomstige
waarde is ingesteld, b.v. B. -6 °C, bij onderschrijden van deze waarde schakelt de EWE ook
automatisch in en ontlast daarmee de warmtebron.
De thermostaat van het verwarmingselement is permanent ingesteld op 75 °C.
De buitensensor moet altijd verticaal worden geïnstalleerd (ook als deze tijdelijk is geïnstalleerd) met
de kabelinvoer naar beneden gericht (zie afbeelding). De schroefverbinding moet dan worden
aangedraaid totdat de kabel verzegeld is ingevoerd en er geen water in de behuizing kan binnendringen.
Bij tijdelijke installatie kan het nodig zijn de sensor op een plaat te monteren die aan de buitenmuur
wordt bevestigd.
De kabels voor de elektrische bedrading naar de warmtepomp worden ingevoerd door de opening(en)
in de bovenste achterwand van de unit. De kabels worden door een uitsparing in de isolatie van de
opslagtank naar de voorzijde van de unit geleid, waar zich een montageplaat bevindt om de kabels
op hun plaats te houden. De kabels worden met de meegeleverde kabelbinders vastgezet en
trekontlast.
42 / 64
Copyright © 2022 door: WATERKOTTE GmbH. Aan verandering onderhevig.
Z20240
Advertenties
Inhoudsopgave
