Waarschuwing
Opmerking
gebruik
De toren opstarten
In de waterleidingen en koeltorens zelf kunnen micro-organismen,
waaronder legionellabacteriën, voorkomen. Het is van essentieel
belang dat een effectief waterbeheerplan (WMP) wordt opgesteld
en onderhoudsprocedures worden geïmplementeerd om de aan-
wezigheid, verspreiding en versterking van legionellabacteriën en
andere verontreinigingen in het gehele leidingenstelsel te voorkomen.
Voordat de koeltoren in gebruik wordt genomen, moet het waterbe-
heerplan zijn opgesteld en de onderhoudsprocedures volledig zijn
geïmplementeerd.
Watersysteem:
1. Raadpleeg een deskundige op het gebied van waterbehandeling om uw
nieuwe koeltoren voor de ingebruikname te reinigen en behandelen. Koel-
torens moeten regelmatig worden gereinigd en gedesinfecteerd conform
de lokale gezondheidsvoorschriften en aanbevelingen.
De staat van het water tijdens het eerste gebruik van de toren is van
cruciaal belang om voortijdige corrosie van gegalvaniseerd staal (witte
roest) te voorkomen. De pH-waarde moet gedurende minimaal de eerste
acht weken worden gereguleerd tussen 6,5 en 8,0 met een hardheid en
alkaliteit tussen 100 en 300 mg/l (uitgedrukt als CaCO
2. Voer GEEN onderhoud uit als de ventilatormotor niet is vergrendeld.
3. Verwijder al het opgehoopte vuil uit de toren. Let in het bijzonder op de
binnenkant van koudwaterbassins, warmwaterbassins, roosters en drift-
filters. Controleer of de afvoerfilters voor koud water schoon zijn en goed
zijn geïnstalleerd.
4. Vul het watersysteem tot ongeveer 180 mm in het verlaagde gedeelte van
het koudwaterbassin in het midden van de toren. Vul de modellen NC8407
t/m NC8414 tot ongeveer 200 mm. Dit is het aanbevolen bedrijfswater-
peil. Stel de vlotterafsluiter zo af dat deze 75% open is op dat niveau. Vul
het systeem verder totdat het water ongeveer 3 mm onder de lip van de
overloop komt.
Als de toren is uitgerust met een standaardaansluiting aan de voor-
kant van de behuizing, dient u opgehoopte lucht aan de bovenkant
van de afzuigkap te ontluchten door minimaal een tapschroef op
die plaats te verwijderen. Vervang deze tapschroeven wanneer de
ontluchting is voltooid. (Bij bepaalde modellen bevindt de bovenkant
van de afzuigkap voor zijafzuigers met een diameter van 14" zich
32 mm boven de bovenkant van de overloop. In die situaties is het
noodzakelijk om de overloop te blokkeren en het bassin verder te
vullen tot het niveau waarop de bovengenoemde tapschroeven zijn
ondergedompeld voordat de ontluchting plaatsvindt.)
).
3
➠
13