Tabel 7. Opties van System Setup - Storagemenu (vervolg)
Storage
Storage-interface
Poortactivering
SMART-rapportering
SMART-rapportage inschakelen
Schijfinformatie
Tabel 8. Opties voor System Setup - Beeldschermmenu
Beeldscherm
Helderheid van beeldscherm
Helderheid op batterij
Helderheid op wisselstroom
Logo op volledig scherm
Hybride grafische kaart/geavanceerde
Optimus
Hybride grafische/geavanceerde Optimus
inschakelen (indien beschikbaar)
Tabel 9. Opties van System Setup - Verbindingsmenu
Verbinding
Netwerkcontrollerconfiguratie
Geïntegreerde NIC
Draadloos apparaat inschakelen
WLAN
68
System Setup
De optie RAID ingeschakeld is standaard geselecteerd. Het storageapparaat is
geconfigureerd om de RAID-functie met de VMD-controller te ondersteunen.
Indien ingeschakeld worden alle NVMe- en SATA-apparaten toegewezen aan de VMD-
controller. De Windows RST-driver (Rapid Storage Technology) of Linux kernel VMD-
driver moeten zijn geladen om het besturingssysteem op te starten.
Toont de informatie van diverse schijven op de kaart.
Hiermee kunt u de optie M.2 PCIe SSD in- of uitschakelen.
De optie M.2 PCIe SSD is standaard ingeschakeld.
Hiermee kunt u S.M.A.R.T. in- of uitschakelen. (Self-Monitoring, Analysis, and Reporting
Technology) voor het rapporteren van harde-schijffouten tijdens het opstarten van de
computer.
Deze optie is standaard ingeschakeld.
Geeft de informatie van ingebouwde schijven weer.
Schakel dit in om de helderheid van het scherm in te stellen wanneer de computer op
batterijstroom werkt.
De helderheid van het scherm is standaard ingesteld op 50 wanneer de computer alleen
op batterijstroom werkt.
Schakel dit in om de helderheid van het scherm in te stellen wanneer de computer op
wisselstroom werkt.
De helderheid van het scherm is standaard ingesteld op 100 wanneer de computer alleen
op wisselstroom werkt.
Hiermee geeft u het volledige logo weer op het scherm als uw afbeelding overeenkomt
met de schermresolutie.
De optie Logo op volledig scherm is standaard ingeschakeld.
Hiermee kunt u in- of uitschakelen of de computer zowel de geïntegreerde als de
discrete graphics-controller kan gebruiken.
De optie Hybride grafische kaart/geavanceerde Optimus is standaard
ingeschakeld.
Deze optie reguleert de ingebouwde LAN-controller.
De optie Ingeschakeld met PXE is standaard geselecteerd. Het interne LAN is
ingeschakeld met PXE-opstartmogelijkheden.
Het interne WLAN-apparaat in- of uitschakelen.