De diskettedrive kan een diskette niet lezen.
Controleer het volgende:
Controleer of de diskette juist in de diskettedrive zit.
•
Controleer of de diskette is geformatteerd.
•
Als het probleem niet bij de diskette ligt, is de diskettedrive mogelijk vuil. Reinig
•
de drive met een reinigingsset voor drives. Volg de instructies van de reinigingsset.
De cd-rom- of dvd-rom-drive kan een schijf niet lezen.
Controleer het volgende:
Controleer of de drive de schijf ondersteunt. Als uw computer een cd-rom-drive
•
heeft, kan die alleen cd's lezen, geen dvd's. Als uw computer een dvd-drive heeft,
kan die naast cd's ook dvd's lezen.
Druk een cd of dvd altijd stevig vast in de aandrijfas van de lade, wanneer u een cd
•
of dvd in de lade wilt plaatsen.
Controleer of er geen krassen of vlekken op de cd of dvd zitten. Als de cd of dvd
•
vuil is, reinig die dan met een reinigingsset voor schijven. Volg de instructies van
de reinigingsset.
Als het probleem niet bij de schijf ligt, is uw cd-rom- of dvd-rom-drive mogelijk
•
vuil. Reinig de drive met een reinigingsset voor drives. Volg de instructies van de
reinigingsset.
De printer werkt niet.
Controleer het volgende:
Ga na of de printer op de netstroom is aangesloten en is ingeschakeld.
•
Controleer of de printerkabel goed is aangesloten op de USB- of parallelle poort
•
van uw computer en op de corresponderende printerpoort.
Als u een parallelle poort gebruikt, drukt u op F2 nadat u het systeem hebt
•
herstart om het BIOS Setup-hulpprogramma te openen. Ga naar het scherm
Others en controleer of de parallelle poort is ingeschakeld. Zie "Others" op pagina
70.
77