· Gebruik de andere uiteinden van de meetsondes om de capa-
citeitswaarde van het te testen object te meten. Het resultaat
wordt weergegeven op het scherm [03].
OPMERKING
Bij het meten van grote capaciteitswaarden duurt het enkele
ogenblikken om de meting te stabiliseren.
Let op de overeenkomstige polariteit van het object en het
instrument om schade aan het instrument te voorkomen.
FREQUENTIE METEN
OPMERKING
Meet geen spanningsfrequenties boven 250 V AC of DC RMS
om elektrische schokken en/of schade aan het instrument te
voorkomen.
· Draai aan de draaiknop [08] om naar de frequentiemeetmo-
dus (Hz%) te gaan.
8
· Sluit de zwarte meetsonde aan op de COM-aansluiting [12] en
de rode op de V-aansluiting [11].
· Gebruik de andere uiteinden van de meetsondes om de
frequentiewaarde van het te testen circuit te meten.
· De frequentie- en arbeidscycluswaarden worden tegelijkertijd
weergegeven op het scherm [03].
STROOM METEN
OPMERKING
Probeer GEEN stroommetingen uit te voeren als de open-cir-
cuitspanning naar de aarding hoger is dan 250 V. Als de zeke-
ring doorbrandt tijdens de meting, kunt u zichzelf verwonden
en/of het instrument beschadigen.
Gebruik bij het meten de juiste invoeraansluiting, functie-
stand en bereik.
Wanneer de meetsonde is aangesloten op de stroomin-
voeraansluiting, mag de andere aansluiting van de meetson-
de niet parallel worden aangesloten op een circuit.