Instellen van de maximum en minimum temperatuurgrenzen
Temperatuurgrenzen kunnen worden ingesteld voor buiten- en binnentemperatuur.
1. Druk lang op de ALERT toets, het icoon van de maximale interne temperatuur
2. Gebruik de toetsen UP en DOWN om de drukwaarde in te stellen en bevestig met de toets ALERT.
3. Het icoon van de minimale interne temperatuur
4. Gebruik de toetsen UP en DOWN om de drukwaarde in te stellen en bevestig met de toets ALERT.
5. Het icoon van de maximale buitentemperatuur
6. Druk herhaaldelijk op de knop CH om het nummer van de sensor 1/2/3 te selecteren.
7. Gebruik de toetsen UP en DOWN om de drukwaarde in te stellen en bevestig met de toets ALERT.
8. Het icoon voor de minimale buitentemperatuur knippert
9. Gebruik de toetsen UP en DOWN om de drukwaarde in te stellen en bevestig met de toets ALERT.
Druk herhaaldelijk op de ALERT-toets om de temperatuurlimietfunctie te activeren - de iconen
weergegeven - of te deactiveren - de iconen worden niet weergegeven.
Als de ingestelde temperatuurlimiet wordt overschreden, klinkt er 10 keer per 60 seconden een geluidssignaal
en knippert de waarde.
Druk op een willekeurige toets (behalve SNZ/LIGHT) om het alarmsignaal te annuleren, maar het alarm
aan-icoontje blijft knipperen op het display. Zodra de temperatuur onder de ingestelde limiet zakt, stopt de
icoon op het display met knipperen.
Je kunt het alarm ook annuleren door op de ALERT-toets te drukken, waardoor de functie ook wordt uitge-
schakeld.
knippert.
knippert.
.
NL | 7
knippert.
worden