Advertenties
Wat volgt, is bepalend voor de geldigheid van de garantie.
1. De installatie moet:
•
worden uitgevoerd door een erkend installateur.
•
indien nodig voorzien in een drukverlager aan de koudwateringang.
•
een veiligheidsventiel voorzien, getarreerd overeenkomstig de aanbevelingen op het
plaatje met de technische gegevens aangebracht op de boiler.
•
de installatie voorzien van een expansievat aangesloten op een maximale afstand van
één meter van de boiler (zie dimensioneringstabel voor expansievaten), gedimensioneerd
overeenkomstig de capaciteit van de boiler.
•
De leidingen moeten gewassen worden voordat ze in gebruik worden genomen, omdat
onzuiverheden of bewerkingsresiduen in het hydraulische systeem corrosie kunnen veroorzaken
en de boiler permanent kunnen verontreinigen.
•
Installeer filters stroomopwaarts van de boiler om te voorkomen dat zware deeltjes of
bewerkingsresiduen zich in de boiler terechtkomen.
2. Voor het opstarten controleer de hydraulische afdichting van de verbindingen en luiken. Pas
een koppel van 20 Nm toe op de luikschroeven voor handluiken en 40 Nm voor mangaten. Als
de flens lekt, controleer dan of het expansievat correct is geïnstalleerd.
3. Installeer de opslagtank in een technische ruimte en zorg voor een goede afvoer voor het geval
er vloeistof uit de boiler lekt.
4. Schakel geen warmtebron die op de boiler is aangesloten in voordat de boiler volledig is
gevuld.
5. Als andere materialen dan die van de boiler worden gebruikt, moeten de verschillende
onderdelen diëlektrisch geïsoleerd worden. De potentiaalvereffening moet zowel voor de
boiler als voor de aangesloten leidingen worden uitgevoerd en moet naar behoren worden
gecontroleerd volgens de geldende voorschriften.
6. Zorg ervoor dat, om verontreiniging van huishoudelijk water en verandering van het
antivriesmengsel in de zonnecircuits te voorkomen, de druk in de wisselaar altijd lager is dan de
opslagdruk, onder andere door automatische regeling van het drukverschil tussen het primaire
circuit en het secundaire circuit.
7. 17. Bij bevriezingsgevaar moeten de boiler en de wisselaar volledig worden verwarmd of
afgetapt. Zelfs als de tank lange tijd niet is gebruikt, moet deze worden geleegd, omdat
langdurige stagnatie van het water in de tank interne corrosie en de verspreiding van bacteriën
en micro-organismen bevordert.
8. De binnentemperatuur van de boiler moet altijd lager zijn dan 95°C (70°/80°C voor SMALVER/
SMALTECH modellen).
9. Om corrosie te voorkomen, moeten de anodes elke 12 maanden worden gecontroleerd. Deze
periode wordt verkort tot 6 maanden als het water bijzonder agressief is. Als de diameter van
de anode kleiner is dan 22 mm in welk deel dan ook, moet deze worden vervangen en als de
anode bedekt is met kalkaanslag, moet deze worden gereinigd.
10. De Langelier-index van het water bij werkingstemperatuur moet zich tussen "0" en "+0,4"
bevinden, de hardheid bij 10°F en 20°F, de chlorideconcentratie in het water mag niet hoger
zijn dan 70 mg/l, de minimale geleidbaarheid 150 microS/cm.
4
www.detandt.com
Beschikbaar in onze webshop
GEBRUIKSHANDLEIDING
INSTALLATIE-INSTRUCTIES
LIFE - LIFE+ RVS - DOUBLE RVS
Advertenties
