Witbalans
De instellingen van Witbalans configureren.
• Modus: de modus voor de witbalans instellen.
- Auto: selecteer dit om de witbalans automatisch
aan te passen. Het systeem registreert de lichtbron
op de locatie van de camera en stelt de juiste
witbalans voor de omstandigheden in.
- Auto (BREED): er wordt een breder bereik van
kleurtemperatuur ingesteld dan die van de modus
Auto. Deze functie is geschikt als de camera zich
buitenshuis bevindt.
- Auto (VOL): de witbalans aanpassen van het
hele beeldgebied dat op het scherm wordt
weergegeven. Deze functie is geschikt als
de lichtbron op de locatie van de camera is
geïnstalleerd met een speciale kleur.
- Kleurtemperatuur: de kleurtemperatuur
handmatig instellen.
- Vlammen ~ Schaduw: het type lichtbron op de
locatie van de camera selecteren om de juiste
witbalans voor de omstandigheden in te stellen.
Belichting
De instellingen van Belichting configureren.
• Doelversterking: de doelversterking van de
belichtingscompensatie opgeven. De belichting
wordt automatisch gecompenseerd op basis van
de opgegeven doelversterking. Hoe sterker de
verhoging, hoe helderder de beelden.
• WDR: de WDR (Wide Dynamic Range) uit- of
inschakelen. Als er tegelijkertijd erg donkere en erg
lichte gebieden op het scherm aanwezig zijn, kunt u
met WDR beide gebieden goed onderscheiden. voor
achtergrondverlichting bij zwakke belichting. Als
de koplampen van een auto 's avonds bijvoorbeeld
een nummerbord onleesbaar maken, kunt u het
nummerbord alsnog lezen door de koplampen te
blokkeren.
• Anti-flikkeren: als de verlichting in het gebied
waar de camera zich bevindt, gebruik maakt van
wisselspanning, geeft u de frequentie van de
verlichting op om het flikkeren van het licht te
minimaliseren. Het in overeenstemming brengen van
frequenties kan het flikkeren verminderen. (NTSC:
60Hz, PAL: 50Hz)
Deel 1 - Instellingen op afstand
19