Montage voorschrift Brondool slot type 610-02
Inbouw- en montagevoorschriften Algemeen
Storingen welke voorkomen hadden kunnen worden door het correct uitvoeren van de Brondool inbouw-
en montagevoorschriften, vallen niet onder de garantie. De deur en het kozijn moeten in goede staat
verkeren en mogen niet klemmen. De deurdranger, indien aanwezig, moet goed functioneren met
voldoende sluitkracht.
Om de goede werking van het slot te waarborgen dient grote zorg te worden besteed aan het aftekenen
van de boorgaten en freesuitsparingen. Na het ruim uitfrezen van de slotkast, moet deze goed worden
schoongemaakt, zodat er geen houtsplinters of andere verontreinigingen in de slotkast achter blijven en
er geen kans is dat deze in het slot komen.
De sparing achter en onder de slotkast dient voldoende ruim te zijn om de aansluitkabels te kunnen
bergen. De slotkast mag bij montage niet geklemd worden. De uitsparingen t.b.v. het krukgat, de cilinder
en de bevestigingsbouten van het beslag dienen voldoende ruim te zijn, zodat de onderdelen zonder
klemmen kunnen worden gemonteerd.
De sluitnaad tussen deur [voorplaat slot] en kozijn mag maximaal 4 mm zijn.
Voorkom dat een slot in een deur, zonder beslag en/of cilinder, aan regen of vocht wordt blootgesteld.
Bij montage van sloten in metalen of kunststof deuren of kozijnen moet boven het slot een afscherming
worden aangebracht om te voorkomen dat verontreinigingen in het slot kunnen vallen. Bij montage in
een stalen deur of kozijn, adviseren wij een extra stalen slotkast (Brondool type 4141-60) in de deur of
het kozijn aan te brengen om mogelijke vervuiling van het slot te voorkomen.
Voorkom dat de voorplaat en de schoten van het slot geverfd worden. Er mag nooit door een slot
worden geboord. Er mag nooit aan een schoot of vergrendelpal worden gevijld. Een slot mag alleen licht
gesmeerd worden met teflon spray door een terzake deskundige – met name mag er nimmer
smeermiddel in of op de elektronische en elektromagnetische componenten komen.
Specifieke inbouw- en montagevoorschriften
Sluit het slot aan op een gestabiliseerde voeding met een klemspanning van 12 of 24VDC, indien de
rimpelspanning van de voeding te groot (≥ 100 mV) is, kan de spoel in het slot gaan "brommen".
De spanning gemeten op de klemmen dient minimaal 11 en maximaal 25VDC te zijn. Ieder slot
verbruikt ongeveer 4,2 Watt continu.
Voor de bekabeling door de deur en kabelovergang altijd soepele of zeer soepele niet afgeschermde
kabel gebruiken.
Zeer belangrijk:
Voor de dagschootvergrendelpal moet geen uitsparing in het kozijn of sluitplaat worden gemaakt,
de dagschootvergrendelpal moet tegen het kozijn of de sluitplaat drukken om de dagschoot te
vergrendelen.
Bij dit type slot moet er op gelet worden dat tijdens de inbouw de krukstift volledig door beide
tuimelaarschalen geplaatst wordt, teneinde schade te voorkomen aan de krukvrijloopconstructie.
Montagehandleiding Brondool type 610-02 (Maart 2014)
Pagina 1 van 4