2.2. Installati e van de sensor en van het injecti epunt
• Er moet lineair minstens 60 cm zijn tussen de sensor en het injecti epunt. Als dit niet mogelijk is, kan de als
opti e verkrijgbare POD-kit of een terugslagklep gebruikt worden.
• De laadringen (of de POD-kit) moeten op sti jve PVC-leidingen Ø50 geïnstalleerd worden. Als opti e is een
verloopring van Ø63 verkrijgbaar.
• De POD-kit wordt aangeraden als er eveneens een pH-regelaar (chloor) geïnstalleerd is.
• De maximale druk mag niet meer dan 1,5 bar zijn.
• Een gat met een diameter tussen 16 en 22 mm op de leiding boren op de voor de Redox-sensor en het
injecti epunt gekozen plaatsen.
• Vervolgens de laadringen bevesti gen.
• De Tefl on band gebruiken om de afdichti ng van de schroefdraden van de sensorhouder, de injecti eklep en
het reducti estuk te verzekeren.
• Schroef de draadsensorthouder op de steunkraag of op een POD-set (opti oneel) , zie a� eelding
• Schroef voorzichti g de beschermbuis van de sensor los , zie a� eelding
opslag van de sensor � jdens de winterstalling.
• Reinig het uiteinde van de sensor met kraantjeswater en schud het overtollige water af, zie a� eelding
• De sensor nooit reinigen met een doek of papier, deze zou beschadigd kunnen raken!
• Een slecht geïnstalleerde sensor kan fou� eve me� ngen geven en een onjuiste werking van het
toestel veroorzaken. In dat geval kan de fabrikant of het toestel niet verantwoordelijk worden
gesteld.
• Schroef de sensor in de sensorhouder en houd de GELE ti p vast met één hand en de zwarte ti p in de andere
hand om te voorkomen dat de kabel in de war raakt, zie a� eelding
• Nadat de sensor is geïnstalleerd, kan deze worden aangesloten op de BNC-bus van de bedieningskast, zie
"1.3 I Afme� ngen en markering".
. Bewaar de beschermbuis voor
.
.
.
NL
9