Om het gebruik te vergemakkelijken, zou het controle paneel geïnstalleerd moeten worden op
een gemakkelijke positie in de buurt van uw gas hulpmiddelen en in een positie waar het
controle paneel gemakkelijk kan worden gezien en gehoord.
De sensor wordt geleverd met een 5 meter lange kabel.
Voor LPG en Petroleum dampen (zijn zwaarder dan lucht) installeert u de sensor op een lage
positie waar het gas zich verzamelt. De sensor moet geïnstalleerd worden op een plek vrij van
bilge water.
Voor CNG (is lichter dan lucht) installeert u de sensor net onder plafond hoogte, maar niet
boven kook of verwarmings elementen.
Bevestig de sensor met de meegeleverde schroeven.
Leg de sensor kabel naar het controle paneel, en sluit deze aan zoals weergegeven in het
bedrading schema.
Wanneer u het toestel aanzet, begint het controle paneel met een test cyclus, dit zal ongeveer
45 seconden duren. Tijdens deze periode worden de sensor koppen getest en schoon gemaakt,
er zal dan een langzame piep te horen zijn van het alarm en zullen alle lampjes geel
knipperen. Tegen het einde van deze periode zal de snelheid van de piepjes en de knipperende
lampjes toenemen, als het toestel geconstateerd heeft dat de omgeving schoon is, zal het in de
veiligheidsmode gaan. Het piepje zal verdwijnen en de sensor lampjes zullen groen worden.
Met het bedieningspaneel in de veiligheidsmode kan de gasklep aan en uitgeschakeld worden.
Wanneer deze ingeschakeld is, zal het valve lampje rood branden (alleen bij de 600-GDL).
Een rood lampje zal aangeven welke sensor gas heeft gedetecteerd en het alarm zal dan snel
afgaan.
INSTALLATIE
SENSOR INSTALLATIE
GEBRUIK
1 – Sensor #1 indicator
2 – Sensor #2 indicator
3 – Gas klep aan/uit indicator*
4 – Gas klep aan/uit schakelaar*
5 – Test/stilalarm schakelaar
* Alleen voor een 600-GDL
-6-