nl Reiniging en onderhoud
De serviceklep plaatsen en vast-
5.
klikken.
De serviceklep sluiten.
6.
16.6 Waterafvoerslang op de
sifon reinigen
Het apparaat uitschakelen.
1.
Stekker van het apparaat van het
2.
stroomnet scheiden.
De slangklem losmaken en de wa-
3.
terafvoerslang er voorzichtig aftrek-
ken.
Resterend water kan lopen!
42
2
1
1
De waterafvoerslang en de sifon-
4.
aansluiting reinigen.
De waterafvoerslang opsteken en
5.
de aansluitklem met de slangklem
borgen.
16.7 Zeef in de watertoevoer
reinigen.
Watertoevoerslang legen
De waterkraan sluiten.
1.
Een programma instellen, maar
2.
niet Spoelen, Centrifugeren of Af-
pompen.
Programma starten en ca. 40 se-
3.
conden laten lopen.
Het apparaat uitschakelen.
4.
Stekker van het apparaat van het
5.
stroomnet scheiden.