HOE HET TEMPO PROGRAMMA TE GEBRUIKEN
1
Zet het bedieningspaneel aan.
Zie stap 1 op pagina 9.
2
Kies een van de twee tempoprogramma's.
Telkens als u
het bediening-
spaneel aanzet,
zal de handma-
tige modus
worden geacti-
veerd. Druk
meerdere keren
op de tempo-
programma toetsen totdat P1 of P2 op de display
verschijnt om een tempoprogramma te kiezen.
3
Begin te trappen om het programma te star-
ten.
Ieder programma bevat 20 of 30 segmenten,
ieder 1 minuut lang. Een ten doel gesteld tempo
is voor ieder programma ingesteld. Opmerking:
hetzelfde doeltempo kan voor twee of meer
opeenvolgende segmenten worden geprogram-
meerd.
Het ten doel
gestelde tempo
wordt door de
ten doel gestel-
de tempo indi-
cator van de
display aange-
geven. De
tempometer zal
uw werkelijk
tempo aange-
ven.
All manuals and user guides at all-guides.com
Na te Streven Tempometer
Tempometer
Stel wanneer de tempo indicator van hoogte ver-
anderd tijdens programma uw tempo bij zodat U
beide indicators op gelijke hoogte houdt. Verhoog
uw tempo wanneer een pijl naast de tempo indi-
cators verschijnt omdat uw tempo lager dan het
huidige ten doel gestelde tempo is. Verlaag uw
tempo wanneer een pijl naast de tempo indica-
tors verschijnt omdat uw tempo hoger dan het
huidige ten doel gestelde tempo is.
Belangrijk: De ten doel gestelde tempos van
het programma zijn als gids bedoeld. Uw wer-
kelijke tempo kan wat hoger of lager liggen.
Dit kan vooral het geval zijn tijdens de eerste
paar maanden van uw oefen-programma. Zorg
ervoor dat U in een tempo oefent die U aange-
naam is.
U kunt tijdens uw oefening de weerstand van U
fiets bijstellen door de weerstandsknop te draai-
en.
De display zal de overblijvende tijd van het pro-
gramma aangeven. De display zal U verder infor-
matie aangeven wanneer U doorgaat met uw
oefening nadat het programma voltooid is.
4
Volg uw vorderingen op de display.
Zie stap 4 op pagina 9.
5
Uw hartslag meten als u dat wilt.
Zie stap 5 op pagina 10.
6
Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 6 op pagina 10.
11