Paneelbeschrijvingen
Bovenpaneel
1
2
1
INPUT-aansluiting
Sluit hier uw elektrische bas aan.
2
INPUT EFX
Hier kan u instellingen maken voor de ingebouwde effecten die
in het ingangsgedeelte zijn geïnstalleerd. Raadpleeg "De effecten
gebruiken" (p. 10) voor details over de effecttypes en de
instellingen voor elke regelaar.
[COMP]-knop/regelaar
Stelt de comp- en limiter-effecten in.
[DRIVE]-knop/regelaar
Regelt effecten van het vervormingstype.
3
AMPLIFIER
[PAD]-knop
Als u deze inschakelt, wordt de ingangsgevoeligheid verlaagd (
Schakel deze in als er vervorming optreedt in het ingangsgedeelte
van dit apparaat als gevolg van het gebruik van bassen met hoge
uitgangssignaalniveaus of het gebruik van aangesloten apparaten.
We raden aan om deze uit te schakelen voor normaal gebruik.
[TYPE]-regelaar
Gebruik deze om één van de drie types te kiezen: vintage, flat of
modern.
[GAIN]-regelaar
Hiermee wordt de ingevoerde gain aangepast. U kan instellingen
maken voor een breed scala aan geluiden, van clean tot overdrive.
[VOLUME]-regelaar
Regelt het volume.
[SHAPE]-knop
Voegt een ander klankkarakter toe aan het versterkergeluid. Door
op de knop te drukken, schakelt u tussen de drie types (groen/rood/
oranje). Het effect is uitgeschakeld wanneer de indicator gedoofd is.
4
BLEND
[BLEND]-knop
Schakelt de frequentieband waarin het dry-geluid wordt gemengd.
Door op de knop te drukken, schakelt u tussen de drie types
(groen/rood/oranje). Het effect is uitgeschakeld wanneer de
indicator gedoofd is.
[DRY LEVEL]-regelaar
Regelt het niveau van het dry-geluid.
4
3
4
10 dB).
-
5
6
5
EQUALIZER
[BASS]-regelaar
Regelt het geluidsniveau van het frequentiebereik van de lage
tonen.
[LOW MID]-knop
Schakelt tussen frequenties voor het lage middenbereik.
Door op de knop te drukken, schakelt u tussen de drie types
(groen/rood/oranje).
[LOW MID]-regelaar
Regelt de klank van het frequentiebereik van de lage en
middentonen.
[HIGH MID]-knop
Schakelt tussen frequenties van het hoge-middenbereik.
Door op de knop te drukken, schakelt u tussen de drie types
(groen/rood/oranje).
[HIGH MID]-regelaar
Regelt de klank van het hoge-middenfrequentiebereik.
[TREBLE]-regelaar
Regelt het geluidsniveau van het frequentiebereik van de hoge tonen.
6
[EFFECTS]-regelaar
Hier kan u de instellingen van de ingebouwde effecten wijzigen.
Raadpleeg "De effecten gebruiken" (p. 10) voor details over de
effecttypes en de instellingen voor elke regelaar.
[FX1]-knop/regelaar
Controleert effecten zoals wah, tremolo en octave.
[FX2]-knop/regelaar
Regelt de effecten voor delay en reverb.
[TAP]-knop
Stelt de delay-tijd in. Wanneer u twee keer of meer op deze knop
drukt, wordt de delay-tijd ingesteld op het interval waarmee u de
knop indrukt.
7
TONE SETTING
Hier kan u geluiden opslaan en weer oproepen die u hebt
ingesteld op het paneel.
U kan in totaal zes geluiden opslaan.
BANK A
CH1, CH2, CH3
BANK B
CH1, CH2, CH3
7
8
9
10