Inhoudsopgave
Advertenties
Tweede uitgave • Zesde druk
Platformbediening
De noodstop testen
15 Draai het contactslot naar platformbediening en
start de motor opnieuw.
16 Druk de rode noodstopknop van de platform-
bediening in de stand uit.
Resultaat: De motor dient af te slaan en geen
enkele functie mag werken.
17 Trek de rode noodstopknop uit en start de motor
opnieuw.
Claxon testen
18 Druk op de claxonknop.
Resultaat: De claxon dient te klinken.
Voetschakelaar testen
19 Druk de rode noodstopknop van de platform-
bediening in de stand uit.
20 Trek de rode noodstopknop uit in de stand aan,
maar start de motor niet.
21 Druk de voetschakelaar in en probeer de motor
te starten door de starttuimelschakelaar naar
een van beide zijden te bewegen.
Resultaat: De motor mag niet starten.
22 Druk de voetschakelaar niet in. Start de motor.
23 Druk de voetschakelaar niet in. Test elke
machinefunctie.
Resultaat: De machinefuncties mogen niet in
werking treden.
Onderdeelnr. 43655DU
Machinefuncties testen
24 Zet de hef/rij-keuzeschakelaar in de hefstand
(indien aanwezig).
25 Druk de voetschakelaar in.
26 Activeer elke joystick voor machinefuncties of
elke tuimelschakelaar.
Resultaat: Alle arm- en platformfuncties dienen
een volledige cyclus te doorlopen.
Opmerking: Regel de snelheid van de armfuncties
door de snelheidscontroller van de armfuncties aan
te passen. Rij- en stuurfuncties worden niet
beïnvloed door de snelheidscontroller van de
armfuncties.
Machines uitgerust met de functie Platform-
nivellering uitschakelen: De platformnivellerings-
tuimelschakelaar werkt niet wanneer de primaire
arm voorbij de rijsnelheid-eindschakelaar is
geheven.
De stuurinrichting testen
27 Zet de hef/rij-keuzeschakelaar in de rijstand
(indien aanwezig).
28 Druk de voetschakelaar in.
29 Druk de duimschakelaar bovenop de rij-joystick
in de richting die wordt aangegeven door de
blauwe driehoek op het bedieningspaneel.
Resultaat: De stuurwielen dienen in de richting
te draaien waarin de blauwe driehoeken op het
rijchassis wijzen.
30 Druk de duimschakelaar in de richting die wordt
aangegeven door de gele driehoek op het
bedieningspaneel.
Resultaat: De stuurwielen dienen in de richting
te draaien waarin de gele driehoeken op het
rijchassis wijzen.
Genie Z-34/22 IC
Bedieningshandleiding
FUNCTIETESTS
15
Advertenties
Inhoudsopgave
