196/196 M
nl
10 sec
0° - 0,05° = OK
> 0,05°
CAL.
13
8. Het meetinstrument controleren
8.1 Nauwkeurigheidscontrole
Ter voorkoming van foutieve metingen moet regelmatig,
bijvoorbeeld aan het begin van elke werkdag, na harde
stoten of grote temperatuurwijzigingen de nauwkeurigheid
worden gecontroleerd.
Stap 1:
Schakel de elektronische waterpas in. Lijn het instrument
op bijvoorbeeld een muur exact uit, zodat de luchtbel in
het midden van de libelringen staat.
Stap 2:
Wacht 10 seconden. Als de weergegeven waarde > 0,05°
bedraagt, moet de elektronische waterpas opnieuw wor-
den gekalibreerd.
Als het instrument hoofdzakelijk verticaal wordt gebruikt,
kan de nauwkeurigheidscontrole ook via de V-libel worden
uitgevoerd.