Beschermkap verwijderen
De meetelektroden zijn met een beschermkap beschermd tegen
invloeden van buitenaf.
1. Trek voor elke meting de beschermkap van de
meetelektroden.
Zorg dat de meetelektroden vrij zijn van vuil en
vloeistofresten.
2. Schuif de beschermkap na elke meting weer op de
meetelektroden.
Meetmodus instellen
Met het meetapparaat kunnen 3 verschillende remvloeistoftypen
worden gemeten op watergehalte.
Type
LED-meetmodus
DOT3
rood
DOT4
groen
DOT5.1
oranje
1. Druk op de toets TEST (1), om het apparaat in te
schakelen.
ð De LED meetmodus (5) toont de actueel gekozen
meetmodus.
2. Druk ca. 5 s op de toets TEST (1).
ð De indicatie-LED (6) brandt kort met alle 3 kleuren.
ð De LED meetmodus (5) knippert in de kleur van de
actueel gekozen meetmodus.
3. Druk op de toets TEST (1), voor omschakeling tussen de
meetmodi.
4. Wacht kort tot de LED meetmodus (5) niet meer knippert.
ð De LED meetmodus (5) toont de gekozen meetmodus.
NL
Meting uitvoeren
De indicatie-LED (6) kan 3 verschillende toestanden van de
remvloeistof weergeven:
Indicatie-
Watergehalte Toestand remvloeistof
LED
groen
< 1,5 %
geel
1,5 % tot 3 % Remvloeistof is nog in orde, maar
rood
> 3 %
Ga als volgt te werk om het watergehalte van de remvloeistof te
controleren:
1. Druk op de toets TEST (1), om het apparaat in te
schakelen.
2. Controleer of de ingestelde meetmodus overeenkomt met
de te testen remvloeistoftypen.
3. Dompel de meetsonde in de remvloeistof. Zorg hierbij dat
de meetelektroden volledig zijn omgeven door remvloeistof
en dat de meetsonde de wanden van het vloeistofreservoir
niet raakt.
4. Wacht ca. 3 s.
ð De indicatie-LED (6) toont de toestand van de
remvloeistof.
Apparaat uitschakelen
Het apparaat schakelt na ca. 20 s automatisch uit als niet op
een toets wordt gedrukt.
1. Druk twee keer kort op de toets TEST (1), om het apparaat
in te schakelen.
ð De LED meetmodus (5) gaat uit.
2. Reinig de meetsonde en -elektroden met een doek en veeg
ze droog.
3. Plaats de beschermkap (4) op de meetelektroden.
remvloeistoftester BW05
Remvloeistof in goede toestand.
moet regelmatig worden
gecontroleerd.
Remvloeistof moet direct worden
ververst, het gevaar bestaat dat
het remsysteem uitvalt.
5