3
ELEKTRISCHE VERBINDINGEN EN
EERSTE INSCHAKELING
De motor wordt geleverd met twee aparte kabels: één voor de voeding en één
voor de bediening. Elke kabel heeft een stekker voor de verbinding met de motor
(fig. 3-h); de stekkers zijn uitneembaar en staan eventuele vervanging van de ka-
bels toe (fig. 3-i). LET OP! – De kleinere kabels moeten met uiterste zorg wor-
den gehanteerd aangezien ze zeer dunne draden bevatten die beschadigd kun-
nen worden.
KABEL "A" voor aansluiting van de VOEDING (ref. fig. 2)
KABEL "B" voor aansluiting van de BEDIENING (ref. fig. 2)
Draad
Kleur
B1
Wit
B2
Wit-oranje
B3
Wit-zwart
LET OP! – VERBIND GEEN ENKELE draad van kabel "A" en "B" aan de elek-
trische leiding.
3.1 - Aansluiting van de motor op de energievoor-
ziening
"De motor moet gevoed worden met behulp van de batterijhoudermodule 12 Vdc.
Gebruik voor de aansluiting de kabel "A" (fig. 2) en volg nauwkeurig de voorschrif-
ten die vermeld zijn in de "Instructies en voorschriften voor de installatie en het ge-
bruik" van de batterijhoudermodule 12 Vdc.
3.2 - Verbinding van accessoires en sensoren
• Accessoires die via kabel verbonden kunnen worden: gebruik de kabel "B"
en raadpleeg daarbij fig. 3 en de volgende aanwijzingen.
– Op de witte en wit-zwarte draad kan slechts één accessoire tegelijk (onder de
compatibele accessoires) aangesloten worden.
– Op de wit-oranje en wit-zwarte draad kan slechts één accessoire tegelijk (onder
de compatibele accessoires) aangesloten worden.
– Op eenzelfde accessoire kunnen maximaal 5 buismotoren aangesloten wor-
den, met inachtneming van de polariteit van de signalen (verbind onderling de
wit-zwarte draden van alle motoren en, ook onderling, de wit-oranje draden van
alle motoren).
• Accessoires die via radio verbonden kunnen worden:
– Er zijn draagbare zenders en klimaatsensoren beschikbaar. Raadpleeg de proce-
dures in deze handleiding en die vermeld in de handleidingen van de apparaten
voor hun programmering/opslag.
5 – Nederlands
Verbinding
Schoon contact voor het omhoog-com-
mando
Schoon contact voor het omlaag-com-
mando / TTBus
Gemeensch.
4
PROGRAMMERING EN AFSTELLING
4.1 - Homogene groepen van programmeer- en af-
stelprocedures
De programmeer- en afstelprocedures zijn in 5 groepen onderverdeeld:
Groep A – uitgevoerd
OFF
met een zender.
Groep B – uitgevoerd
met de toetsen op de
OFF
kop van de motor.
Groep C – uitgevoerd
met een specifieke pro-
grammeereenheid.
Groep D – uitgevoerd
met een smartphone.
4.2 - Standen waarin het scherm automatisch stopt
De elektronica die de beweging van het scherm op elk moment regelt, kan de mo-
tor zelfstandig stoppen wanneer het scherm een bepaalde door de installateur ge-
programmeerde stand (of "hoogte") bereikt. De standen zijn weergegeven in fig. 4
en zijn:
- stand "0" = eindstand BOVEN (scherm volledig opgerold);
- stand "1" = eindstand ONDER (scherm volledig uitgerold);
- stand "H" = TUSSEN stand (scherm gedeeltelijk open).
4.3 - Algemene waarschuwingen
• De afstelling van de eindstanden moet gebeuren nadat de motor is geïnstalleerd en
met de voeding is verbonden.
• Houd de tijdslimieten die zijn aangegeven in de procedures strikt in acht: nadat
een toets is losgelaten, heeft men 60 seconden de tijd om op de volgende toets
te drukken die door de procedure is voorzien; als deze tijd verstrijkt zonder dat
iets gebeurt, zal de motor 6 bewegingen maken om de annulering van de lopende
procedure aan te geven.
• Tijdens het programmeren voert de motor een bepaald aantal korte bewegingen
uit, als "antwoord" op het commando gegeven door de installateur. Het is belangrijk
om deze bewegingen te tellen, ongeacht de richting waarin zij worden uitgevoerd.
De bewegingen worden in de procedures aangegeven met een getal gevolgd door
het symbool
.
4.4 - Belangrijke aanwijzingen voor het opslaan van
de radiografische zenders
• Raadpleeg de productcatalogus "Nice Screen" (die ook te vinden is op de website
www.niceforyou.com) om zenders te kiezen de compatibel zijn met de in de motor
geïntegreerde radio-ontvanger.
• Als er in het geheugen van de motor geen zender aanwezig is, dient u voor het op-
slaan van de EERSTE zender uitsluitend procedure A.1 te gebruiken. Als echter al
een of meer zenders opgeslagen zijn, mag voor het opslaan van EXTRA zenders
uitsluitend een van de procedures A.6 gebruikt worden.
Procedures die uitsluitend verricht kun-
nen worden met een Nice radiogra-
fische zender van de serie "ERA P"
of "ERA W" met de toetsen s, n, t,
PRG, ESC.
Handmatige afstelling van de eindstan-
den met een precies en accuraat re-
sultaat.
Programmeringen uitsluitend realiseer-
baar met programmeereenheden of
andere compatibele accessoires (bijv.:
TTP).
Programmeringen die uitsluitend ver-
richt kunnen worden met een smart-
phone uitgerust met NFC (Near Field
Communication) technologie. Deze
technologie is nog niet beschikbaar in
deze motor.