6.3.6
Aanwezigheidsdetectie (OPD), op het kozijn gemonteerd
Als er een OPD-sensor op het kozijn of op de afdekkap van de deurautomaat vlak boven de draai-
ende kant van de deur wordt gemonteerd, houdt deze (mits hij geactiveerd wordt) de deur open
of dicht. De sensor is tijdens het openen en sluiten niet actief. Voor een juiste werking moet een
lock-outsignaal worden aangesloten.
• een gesloten deur opent niet als de OPD in de zone activiteit signaleert
• een open deur sluit niet als de OPD in de zone activiteit signaleert
• tijdens het openen blijft de deur open gaan, zelfs als de OPD in de zone activiteit signaleert
• tijdens het sluiten blijft de deur sluiten, zelfs als de OPD in de zone activiteit signaleert
• De OPD is niet actief in de programmastand UIT, bij een handmatig geopende deur en tijdens
bedrijf op accu (energiebesparende stand).
6.3.7
Mat
Matveiligheid houdt in dat:
• een gesloten deur niet wordt geopend als er iemand op de mat stapt
• een open deur niet wordt gesloten als er iemand op de mat stapt
• de deur tijdens het openen open blijft gaan, zelfs als er iemand op de mat stapt
• de deur tijdens het sluiten blijft sluiten, zelfs als er iemand op de mat stapt
• openingsimpulsen tijdens het sluiten worden voorkomen als er iemand op de mat stapt
• Matveiligheid is niet actief in de programmastand UIT, bij een handmatig geopende deur en
tijdens bedrijf op accu (energiebesparende stand).
6.4
Functies op de uitbreidingseenheid EXU-SI
Zie ook pagina 58
6.4.1
KILL-functie
• Als het KILL-circuit gesloten is, negeert de besturing alle signalen en worden de deuren met de
normale snelheid gesloten.
• Zodra KILL niet meer actief is, werkt de deurautomaat weer normaal.
• Als voor de functie KILL een handmatige resetfunctie nodig is, verwijdert u het brugcontact en
sluit u de resetknop aan op aansluiting nr. 8 en de Aarde.
• Het slot wordt geactiveerd als de functie KILL actief is, ongeacht de instelling van de program-
maschakelaar.
• De functie van het slot kan worden gewijzigd tijdens KILL
• In een toepassing met dubbele deuren wordt KILL alleen aangesloten op de primaire deuropener.
6.4.2
Functie van sloten
• De slotuitgang is bestand tegen kortsluiting en kan een vergrendeling tot stand brengen met
12 V DC, max. 500 mA of 24 V DC, max 250 mA. De slotfunctie is actief in de programma's
UITGANG en UIT
• DIP-schakelaar voor selectie van 12 of 24 V DC
• DIP-schakelaar voor selectie van slot met of zonder stroom
• DIP-schakelaar voor slot ontgrendeling en potentiometer voor openingsvertraging
• DIP-schakelaar voor lock kick als de deur niet volledig gesloten wordt, om vastlopen van de
grendelinrichting tijdens het sluiten te voorkomen
1005088-nl-NL-25.0
voor meer informatie.
Versie 2023-10-16
6 De werking van de ASSA ABLOY SW100
(zie pagina
70).
17