Product- en veiligheidsinformatie
Lees voordat je je TomTom Bandit in gebruik neemt alle veiligheidsmaatregelen goed door. Als je je
niet aan de voorschriften en instructies houdt, kan dat leiden tot ongelukken of botsingen, met de
dood of ernstig letsel als gevolg en/of schade aan je TomTom Bandit.
Neem voor en tijdens het gebruik van je TomTom Bandit alle lokale regelgeving in acht en let
goed op je omgeving. Bedien of controleer je TomTom Bandit nooit tijdens het fietsen, motor-
rijden, autorijden of als je op een andere manier deelneemt aan het verkeer.
Gebruik uitsluitend goedgekeurde accessoires die speciaal zijn gemaakt voor je TomTom Bandit.
Draag altijd een helm en beschermende kleding die geschikt is voor je activiteit.
Zorg dat je TomTom Bandit goed vastzit voordat je met een activiteit begint. Controleer
regelmatig of de houder vastzit. Als er tijdens de activiteit veel schokken of trillingen zijn, kun
je een koord gebruiken om te voorkomen dat je de TomTom Bandit verliest als de houder
loslaat.
Bevestig je TomTom Bandit nooit zodanig dat je zicht wordt belemmerd. Elke grote schok
(bijvoorbeeld vallen of stoten) kan je TomTom Bandit beschadigen.
Je TomTom Bandit kan heet worden. Bepaalde onderdelen van je TomTom Bandit kunnen (in
uitzonderlijke gevallen) huidirritatie veroorzaken.
Gebruik of bewaar je TomTom Bandit niet voor langere tijd in een warme omgeving zoals een
auto of in een stoffige of vochtige omgeving, of in een omgeving met veel stoom.
Met de witte standaardlensdop is je TomTom Bandit beschermd tegen spetters. Als je de
TomTom Bandit in of onder water tot een diepte van 40 m (5 ATM) wilt gebruiken of voor
activiteiten op het water, zoals surfen, gebruik dan de optionele zwarte (IPX8) duiklensdop. Als
je tijdens het gebruik iets ongewoons opmerkt, moet je de TomTom Bandit direct uitschakelen.
Water in je TomTom Bandit of Batt-Stick kan schade veroorzaken en kan tot een explosie of
brand leiden.
De betrouwbaarheid van de camera als je deze onder water gebruikt, is afhankelijk van de
waterdruk, veranderingen in diepte, waterverontreiniging, het zoutgehalte van het water,
watertemperatuur en andere omgevingsfactoren. Het wordt afgeraden om de camera te hard te
bewegen onder water bij een diepte van 40 meter (5 ATM). Als de camera hard wordt bewogen
onder water, kan TomTom niet garanderen dat de camera nog op volle capaciteit zal function-
eren.
Houd de lensdop en de Batt-Stick van je TomTom Bandit schoon en let vooral op de afdicht-
ingen. Controleer de lensafdekking en de Batt-Stick-afdichtingen op vuil, schade en scheuren.
Vuil en scheurtjes kunnen lekken veroorzaken en je TomTom Bandit beschadigen.
Spoel na elk gebruik in water of in de buurt van zand, modder of ander vervuilend materiaal de
buitenkant van je TomTom Bandit af met schoon water. Droog de camera na het schoonmaken
met een schone, droge en pluisvrije doek. Open de externe contactdop op de Batt-Stick en
droog zowel de contacten als de dop. Als je dit nalaat, kunnen er corrosie of storingen optre-
den.
9