nl De Bediening in essentie
a In de led-indicatie brandt de led van de ingestelde
ventilatorstand.
7.2 Machine uitschakelen
Als u het apparaat niet gebruikt, schakel het dan uit.
Het apparaat met
▶
a Het apparaat gaat uit. Lopende functies worden af-
gebroken.
7.3 Ventilatorstand instellen
of
indrukken.
▶
a In de led-indicatie brandt de led van de ingestelde
ventilatorstand.
7.4 Intensiefstand inschakelen
Als zich een bijzonder sterke geur of damp ontwikkelt,
kunt u de intensiefstand gebruiken.
zo vaak indrukken tot in de led-indicatie de led 4
1.
voor de intensiefstand 1 brandt.
zo vaak indrukken tot in de led-indicatie de led 5
2.
voor de intensiefstand 2 brandt.
a Het apparaat schakelt na ca. 6 minuten automatisch
in de ventilatorstand 3.
7.5 Intensiefstand uitschakelen
Om een willekeurige ventilatorstand in te stellen,
▶
indrukken.
7.6 Ventilatornaloop inschakelen
indrukken.
▶
a In de led-indicatie brandt de led 1 voor de ventilator-
stand. De led 6 knippert voor de ventilatornaloop.
a Het apparaat wordt na ca. 10 minuten automatisch
uitgeschakeld.
7.7 Ventilatornaloop uitschakelen
indrukken.
▶
a De ventilatornaloop wordt beëindigd.
a Het apparaat schakelt in de eerder gekozen ventila-
torstand.
7.8 Automatische modus
De optimale ventilatorstand wordt met behulp van een
sensor automatisch ingesteld.
indrukken.
▶
a In de led-indicatie brandt de led 6 voor de automati-
sche stand.
7.9 Automatische stand
indrukken.
▶
a Het apparaat schakelt terug naar de eerder ingestel-
de ventilatiestand.
a De ventilatie wordt automatisch beëindigd als de
sensor geen verandering van de luchtkwaliteit in de
ruimte vaststelt.
a De automatische stand loopt maximaal 4 uur.
1
Afhankelijk van de apparaatuitvoering
8
uitschakelen.
1
inschakelen
1
uitschakelen
7.10 Intervalventilatie
Bij de intervalventilatie schakelt de ventilatie in de ge-
kozen stand gedurende de gekozen tijd in en uit.
Opmerking: Deze functie is uitsluitend in de Ho-
me Connect app beschikbaar.
Als de intervalventilatie is ingeschakeld, knippert in de
led-indicatie de led 6 voor de intervalventilatie altijd op-
nieuw en de led van de gekozen ventilatorstand brandt.
Zodra de ventilatietijd beëindigd is, gaat de led van de
gekozen ventilatorstand uit. De led 6 blijft knipperen.
7.11 Sensorbesturing
In de automatische stand herkent een sensor in het ap-
paraat de intensiteit van de kook- en bakluchtjes. Af-
hankelijk van de sensorgevoeligheid wordt de optimale
ventilatorstand automatisch ingeschakeld.
Reageert de sensorbesturing te zwak of te sterk, kunt u
de instelling van de sensorgevoeligheid wijzigen.
¡ Fabrieksinstelling: ventilatorstand 3
¡ Laagste instelling: ventilatorstand 1
¡ Hoogste instelling: ventilatorstand 5
7.12 Sensorbesturing instellen
Vereiste: Het apparaat is uitgeschakeld.
en
ca. 3 seconden ingedrukt houden.
1.
Om de instelling te wijzigen,
2.
Om de instelling af te breken, indrukken.
Om de instelling op te slaan
3.
den ingedrukt houden.
Of ca. 10 seconden wachten tot de instelling auto-
matisch wordt opgeslagen.
a Er weerklinkt een geluidssignaal zodra de gekozen
instelling opgeslagen is.
7.13 Verzadigingsindicatie instellen
De verzadigingsindicatie moet afhankelijk van de ge-
bruikte filter worden ingesteld.
Vereiste: Het apparaat is uitgeschakeld.
en
ca. 3 seconden ingedrukt houden.
1.
Om de circulatiefunctie (niet regenereerbare fil-
‒
ter) in te stellen,
indicatie de led 2 brandt.
Om de circulatiefunctie (regenereerbare filter) in
‒
te stellen,
de led 3 brandt.
Om de elektronische besturing opnieuw op be-
‒
drijf zonder circulatiefilter om te stellen, / in-
drukken tot in de led-indicatie de led 1 brandt.
Om de instelling op te slaan
2.
den ingedrukt houden.
Of ca. 10 seconden wachten tot de instelling auto-
matisch wordt opgeslagen.
Om de instelling af te breken, indrukken.
a Er weerklinkt een geluidssignaal zodra de gekozen
instelling opgeslagen is.
1
1
of
indrukken.
en
ca. 3 secon-
/ indrukken tot op de led-
/ indrukken tot op de led-indicatie
en
ca. 3 secon-