GEBRUIK
Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, dient u het hoofdstuk "Voor het eerste gebruik" te hebben
gelezen.
Voordat u dit apparaat voor het eerst gebruikt, raden wij u aan het interieur en de accessoires
schoon te maken met een warm sopje en vervolgens af te drogen met een zachte droge doek. Dit
verwijdert ook eventuele "nieuwe" geurtjes.
Gebruik geen schoonmaakmiddelen of schuurmiddelen die het oppervlak van het apparaat
kunnen beschadigen.
TIPS VOOR ENERGIEBESPARING
Om de totale impact op het milieu (bv. energieverbruik) te verminderen, moet u ervoor zorgen dat uw
product wordt geïnstalleerd in overeenstemming met de gebruikershandleiding en dat de ruimte (waar
het apparaat is geïnstalleerd) voldoende wordt geventileerd.
Het is aan te raden om de deuren niet te vaak te openen om overmatig energieverbruik te
voorkomen.
Voor dagelijks gebruik is een temperatuur van -18°C voldoende om voedsel bevroren te houden.
WERKING
Į Elektronische thermostaat aan de voorkant van het apparaat regelt de vriestemperatuur.
Bedieningspaneel
Instellingen
Om de temperatuur aan te passen, drukt u op de temperatuurregelknop tot de gewenste ingestelde
temperatuur is bereikt. Įde ingestelde temperaturen variëren van -14°C tot -24°C.
Zodra de gewenste temperatuur is geselecteerd, knippert het scherm 5 keer voordat de instelwaarde
van kracht wordt.
Let op: de weergegeven temperatuur is de ingestelde temperatuur en niet de temperatuur in het
vriesvak.
Kindveilig slot
Als er na het inschakelen van het apparaat niet binnen 5 minuten op een toets wordt gedrukt, gaat het
apparaat over in de kinderbeveiligingsmodus. Įe hangslotindicator licht op.
Pagina 12